Attributie

Mijn kat kijkt geconcentreerd naar de dichte huiskamerdeur. Als een standbeeld zit hij daar. Ik vermoed dat hij zijn telekinetische gave aan het uitproberen is. Benieuwd naar hoe lang hij dit volhoudt, kijk ik net zo geconcentreerd naar hem als hij naar de deur. Na een paar minuten word ik ongeduldig. “Beweeg nou!”, denk ik.

Ik word onrustig, wil bewegen, wat anders gaan doen. Als ik dat zou doen, zal mijn kat ook op mij gaan reageren. Dan weet ik nog niet hoe lang hij dit volhoudt. Oké, nog even dan.

Na zeven minuten ben ik het zat. Ik weet wat mijn kat wil en raak geïrriteerd door zijn passieve houding. In tegenstelling tot mijn andere kat, die vindingrijk en volhardend is. Ik maak de deur open en hij loopt de andere kamer in. Aangeleerde hulpeloosheid. Ik vraag mij af wanneer en hoe dat bij deze kat is ontstaan.

Het gedrag van mijn kat vertalend naar de mens beland ik achter internet en ik Google op “aangeleerde hulpeloosheid”. Ik lees over attributie, fundamentele attributiefoutenself-serving biasklassieke conditioneringoperante conditionering en motivatie.

Conclusie

Om gelukkig in het leven te staan kan je het beste:

  1. Altijd de ander of de situatie de schuld geven zodat jouw zelfbeeld hoog blijft.
  2. Zorgen dat je een lastige situatie van te voren zo inkleed dat je bij mislukken die situatie de schuld kan geven.
  3. Je hulpeloos opstellen, want er zijn altijd wel anderen die het voor je oplossen.

Niet eens met wat ik schrijf? Slecht stuk? Aan mij ligt niet, het is jouw gebrek aan buiten de kaders denken. Bovendien kan ik er niets aan doen, want ik sta onder tijdsdruk, heb een nacht doorgehaald en acht jointjes op, de hond vraagt om aandacht, de regen tikt tegen de ramen en het onderwerp is heel erg complex. Ik kan er toch ook niets aan doen dat ik zo ben?

En mijn kat ook niet.

Een column van April Ranshuijsen, Foto: Flickr