Alles naar wens?

Een rijke man komt te overlijden. Hij reist door de tunnel en aan paar minuten later staat hij bij de poort naar het hiernamaals. De dienstdoende ontvanger vraagt: “Wat kan ik voor je doen?” De rijke man antwoord: “Ik wil de kamer met het mooiste uitzicht, het beste bed en iedere ochtend om 9:00 uur mijn pantoffels, de krant en champagne.” “Ok”, zegt de ontvanger. Linkerrij, even wachten en dan is het binnen een paar minuutjes geregeld (het ambtelijk apparaat daarboven is naar het schijnt er-rug soepel).

Even later staat de man in zijn prachtige kamer. Door enorme ramen heeft hij een weids uitzicht over groene heuvels. Er fladderen vlinders. Er bloeien klaprozen. En in de verte valt een een prachtige waterval in de diepte. Het opspattende water hult de oude eiken langs de kant in een wonderschone nevel.

De man plaatst zijn stoel dicht bij het raam. Legt zijn voeten omhoog en is gelukkig.

Na 100 jaar gaat de ontvanger eens kijken hoe het de man vergaat. Het is tenslotte al een tijdje geleden dat ze elkaar hebben gezien.

Je hoeft elkaar daar niet te bellen, dus hij klopt op de deur en de man doet open. “Hoe gaat het met je?” vraagt de ontvanger. “Het is hier werkelijk verschrikkelijk! Er gebeurt hier helemaal niets! Haal me hier onmiddellijk vandaan! Wat is dit voor verschrikkelijke hemel!” schreeuwt de man.

Waarop de ontvanger antwoord: “Maar meneer u bent hier helemaal niet in de hemel, dit is de hel.”

Naar een verhaal van Bert Hellinger uit het boekje Stilte in het midden (blz 109). Foto: Luke Pennington