Jagers en verzamelaars

Als we de antropologen mogen geloven, is de mens de afgelopen eeuwen verworden van jager tot verzamelaar. Niet langer zwerven door de bossen op zoek naar eten maar een huisje met een hek neerzetten en eetbare planten verbouwen zodat je nooit meer hoeft te reizen om een volle buik te krijgen.

Aan die tegenstelling tussen de jager en de boer of verzamelaar moest ik gisteren weer denken toen mijn beste vriend Martin op bezoek was. Anders dan ik, is hij een echte verzamelaar. Het liefst heeft hij zelfs zijn series compleet. Zo is hij een groot Elvisfan en koopt al sinds ik ‘m ken platen en later CD’s met materiaal van de King waarvan veertien van de vijftien tracks al bekend zijn. Simpelweg omdat anders de verzameling niet compleet zou zijn.

Zijn muziekcollectie beslaat dan inmiddels ook een hele kastenwand waar alles alfabetisch en chronologisch is opgeborgen. Ik weet dat die ordentelijkheid hem rust en een voldaan gevoel geeft dat steeds weer wordt gevoerd als er weer een exemplaar aan de verzameling kan worden toegevoegd.

Martin maakt zich zorgen als we het over de ontwikkelingen in de media en muziekindustrie hebben. Dat is eigenlijk al zo sinds hij bij mij een van de eerste versies van iTunes zag die ik had gekoppeld aan mijn stereo installatie. Hoewel hij snel het gemak van de digitalisering in kon zien, gruwelde hij van het idee dat er geen kleurrijke hoesjes meer in de kast stonden om lekker in te bladeren en vooral van het idee dat een verzameling niet meer tastbaar en dus zichtbaar aan te vullen is.

Lang kon hij de winst in de discussie nog naar zich toe trekken door te laten horen dat er wel degelijk kwaliteitsverschil zat tussen de CD-versie en de MP3. In de praktijk won hij het pleit ook vaak door binnen een paar seconden te vertellen welke drummer op deze track de drums besloeg of in welk jaar het was opgenomen. Het boekje was tenslotte zo uit het doosje getrokken en op de juiste bladzijde opengeslagen.

Nu laat ik ‘m Spotify zien op zowel de aan de versterker gekoppelde Mac als op de Android smartphone. Ik toon hoe makkelijk het is om uit de 9,2 miljoen tracks te kiezen en dat zowel een groot gedeelte uit zijn platenkast als de vele CD’s op zijn verlanglijstje direct beschikbaar zijn. “Ik heb in de afgelopen 20 jaar tienduizenden euro’s geïnvesteerd in mijn collectie,” verzucht hij niet onterecht. “En jij hebt dit alles tot je beschikking voor nog geen tientje per maand. Even legaal en in een kwaliteit waar ik van schrik. Het verschil met een CD is veel kleiner als ik dacht.”

Het is een goed voorbeeld van hoe een deel van de economie aan het verschuiven is van het traditionele bezit naar vruchtgebruik. Zeker in het geval van muziek wordt het bezitten van de data en de drager steeds minder interessant. Wanneer ik kijk naar mijn eigen iTunes verzameling moet ik na tien jaar constateren dat de meeste tracks duurder zijn geweest dan de 99 cent per track die ik er voor heb betaald. In de loop der tijd heb ik met regelmaat een harde schijf moeten vervangen en ik ben heel wat geld en tijd kwijt geweest met het backuppen en veiligstellen van deze content. Zelfs wanneer ik deze gratis heb binnengehaald.

Het bezitten van iets dat je niet direct consumeert, kost altijd geld. Elk bezit bezit jou, las ik nog onlangs op een blog en dit is een eenvoudig controleerbare economische waarheid. De auto die op jouw naam staat heeft regelmatig onderhoud nodig en kent forse afschrijvingskosten. Onroerend goed kan in andere tijden nog in waarde stijgen maar zeker nu zullen veel huizenbezitters zich realiseren dat hun jaarlijkse kosten niet meer worden gedekt door automatische waardestijging.

Het is nog lang niet zo ver maar de evolutie dwingt ons langzaam om van verzamelaar weer jager te worden. Een belangrijke voorwaarde voor de omschakeling naar vruchtgebruik is wel dat hetgeen we wensen gemakkelijk te verkrijgen is, we er op kunnen vertrouwen dat het voor langere tijd voor ons beschikbaar is en dat het ten minste de zelfde kwaliteit heeft. In de muziekindustrie zijn we bijna op dat punt aangeland als ook daadwerkelijk alle platenmaatschappijen zich met hun volledige repertoire aansluiten.

Op het moment dat alle muziek in al z’n versies beschikbaar is, valt er niets meer te verzamelen. Wie een abonnement heeft op een streaming service als Spotify of later waarschijnlijk iTunes Cloud heeft namelijk alles al vanaf het moment dat het uitkomt. Voor Martin en alle andere verzamelaars is het dan niet meer de muziek zelf maar slechts de drager die verzameld kan worden en als collectors item over de toonbank zal gaan.

Ik kan daarom best begrijpen dat hij triest wordt van deze nieuwe ontwikkelingen. Wanneer alle inhoud namelijk ten aller tijden overal beschikbaar is, bestaat zijn collectie alleen nog maar uit een verzameling verpakkingen.

een artikel van Mark Nieuwenhuizen, Foto: Maurizio Abbate Flickr