Jezelf op je nek zitten

We doen het allemaal wel eens; onszelf straffen. Jezelf straffen omdat je iets niet goed deed, niet goed zag of zei. Jezelf straffen is niet handig, niet constructief, en toch doen heel veel mensen het. En we doen het ook nog eens bijna altijd onbewust. Iedereen heeft er zijn eigen voorkeursvorm voor. Een eigen vorm die we makkelijk vergoelijken waardoor het lijkt alsof je jezelf helemaal niet straft.

Ik deed het gisteren nog. Ik stond in de supermarkt met mijn mandje vol. Ik zag lekkere frambozenjam staan. Hij was nog in de aanbieding ook. En wat deed ik? Ik liet hem staan… “Jij hebt genoeg uitgegeven!” ging er door mijn hoofd. Vijf minuten later stond ik buiten. Zonder jam. Met spijt. In de auto terug naar huis had ik in de gaten wat er aan de hand was. Ik had mijzelf gestraft door mijzelf iets te ontzeggen. Maar waarom? Ik, die zo veel schrijft over verlangen? Ik kon mijzelf niet eens met een potje jam verwennen?

Waarom doen we dat?

Jezelf straffen komt veel voor. En jezelf iets ontzeggen is wellicht de meest voorkomende manier. De meeste mensen straffen zichzelf uit liefde. Ja, je leest het goed uit liefde en dat maakt het nu juist zo lastig er mee te stoppen. Als er liefde in het spel is, worden mensen koppig en gaan onbewuste drijfveren achter het stuur van jouw gedrag zitten. Dan doe je dingen die voor jou helemaal niet zo goed zijn en komt Flipje Tiel niet van zijn frambozen af.

Mensen die zichzelf straffen herhalen meestal een van oorsprong positief patroon dat ze ergens geleerd hebben in hun jeugd. Als een van je ouders kritisch was op een bepaald deel van je gedrag, word je vanzelf zélf kritisch op dat deel van je gedrag. Dat noemen ze in de Transactionele Analyse de Kritische Ouder (KO). Als je die Kritische Ouder maar vaak genoeg zelf aanspreekt wordt ie streng en ga je er vanzelf naar handelen. Daarmee maak je jezelf tot een soort; kijk-eens-mama-ik-heb-mezelf-al-op-mijn-donder-gegeven-dat-hoef-jij-niet-meer-te-doen-robot.

Het jam dilemma

Terug naar die jam. Waarom liet ik die staan? Ik ben opgegroeid in een gezin met erg weinig geld. Dus geen geld uitgeven, was goed. En daar zit de liefde. Als ik nu in de supermarkt sta dan zeurt dat KO-niet-te-veel-geld-uitgeven-stemmetje soms in mijn hoofd. Dan ben ik mij even totaal niet bewust van het feit dat ik nu wél modaal verdien en laat ik die jam staan. Ik heb dus gedrag bewaard dat vroeger functioneel was en nu niet meer.

Pas toen ik buiten stond, wist ik: ik heb mezelf tekort gedaan.

Foto: Francesco Stifani