Ontmoeting met een engel

Calvinisme zit ons in de genen. Zelfs als je er rationeel afscheid van genomen hebt, kan het je nog wel eens bespringen, heel onverwacht. Soms is er een vreemdeling voor nodig om het bloot te leggen. Of een engel…

Lief zijn voor jezelf… Dat zit bij veel mensen niet echt in hun systeem. Voor anderen, ja, dat wel. Je kinderen, je ouders, je zieke buurvrouw. Dat valt allemaal in de categorie: ‘Heb uw naaste lief…’. Die boodschap hebben we op allerlei manieren meegekregen en dat maakt ons vermoedelijk redelijk sociaal.

Iemand die zich inzet voor zijn omgeving, dichtbij en ver weg, daar is niks op tegen. Sterker nog, dat is goed en belangrijk.  Maar hoe zit het met het tweede stukje van die Bijbeltekst? ‘…zoals jezelf…’ Over dat staartje hoorde je eigenlijk nooit. Het stond er wel, maar het stond volkomen in de schaduw van dat eerste en Grote Gebod. Je naaste liefhebben is algemeen geaccepteerd. Maar van jezelf houden is een stuk lastiger, zo blijkt.

Kerstcadeautje

Op een druilerige dag loop ik binnen bij een nogal duister winkeltje. De man achter de toonbank besteedt geen aandacht aan mij. Ik snuffel rond. Allerlei spulletjes in de new age sfeer. Opvallend veel beeldjes, schilderijtjes en kaarten van engelachtige wezentjes. Ik koop twee dingetjes voor Kerst. Voor mezelf. Want dit jaar is er voor het eerst niemand om voor mij een kerstcadeautje te kopen. Net gescheiden zie ik als een berg tegen de feestdagen op. Niet echt de vrolijkste aanschaf ooit…

“U hoeft het niet in te pakken”

De winkelier valt nogal uit de toon in dit engelachtige winkeltje. Het is een bonk van een man, type werkman. Je zou hem eerder in een smoezelige overall onder de gootsteen verwachten, dan achter een toonbank die volstaat met frêle wezentjes met vleugeltjes. Hij kijkt niet op als hij de kerstlichtjes en de kaarsen van mij aanpakt, maar begint ze rustig in te pakken.
Ik probeer hem te stoppen. “U hoeft het niet in te pakken hoor.”
Geconcentreerd werkt hij verder. Vouwt het gekleurde papiertje zorgvuldig om, en plakt het met aandacht vast. Dan begint hij aan het volgende pakketje. Ik denk dat hij mij niet goed gehoord heeft, en zeg het nog een keer. “U hoeft het niet in te pakken, want het is voor mezelf.”

Ik probeer hem te stoppen. Geconcentreerd werkt hij verder.

Je best doen

Dan komen zijn handen even tot rust. Hij legt de schaar neer, waarmee hij net een vrolijke krul stond te maken in de lange uiteinden van een strikje dat op het papier zit. Dan kijkt hij mij aan. Niet zomaar even, maar echt – alsof hij recht in mijn ziel kijkt. Dan zegt hij rustig: “Als je dit voor iemand anders zou kopen, zou je het heel normaal vinden dat ik mijn best doe om het er leuk uit te laten zien. Waarom zou ik het wel inpakken voor iemand die ik niet ken, en niet voor jou?” Dan pakt hij zijn schaar weer op en gaat rustig verder met zijn krul.

Drie cadeautjes

Ik sta doodstil. Moet even heel hard slikken. Zijn woorden resoneren diep van binnen en raken aan een heel essentieel gevoel. Hoog tijd om eens werk te maken van dat staartje van het Tweede Gebod en meer van mezelf te gaan houden. Ik neem de twee pakjes in ontvangst, maar loop eigenlijk met drie cadeautjes naar buiten. En de derde is de mooiste: een boodschap van een engel in een onwaarschijnlijke gedaante.

een bijdrage van Petra Pronk, Foto: Bob Ranew Flickr