Twee vliegen en een klap

Starend in het water van mijn rechthoekige, roze, met witte randen opblaaszwembad, zie ik een vlieg. Hij ligt op zijn rug. Zijn pootjes spartelen in de lucht. Grappig. Vliegensvlug gaat mijn hand naar de vlieg, pakt hem op en zet de vlieg met alle zes zijn pootjes neer op de witte rand van mijn opblaasbad. De vlieg beweegt niet. Zou hij zo omvallen? Lange seconden tikken voorbij. Opgelucht haal ik adem; een teken van leven. De vlieg gaat mijn zijn achterste pootjes zijn rechter vleugeltje afstrijken. Ik zie nog een vlieg drijven in het water. Nu zitten er twee vliegen op de witte rand van mijn zwembad hun vleugeltjes af te strijken. Elk aan een kant van het bad. Ik tuur over het water en spot een lieveheersbeestje in nood. Mijn arm reikt, maar is niet lang genoeg. Ik kan er niets aan doen, het is de natuur. Ik keer terug naar mijn vlieg.

Voorovergebogen, bijna met mijn neus op de rand, zie ik hoe hij met zijn voorpootjes zijn koppie aan het schoonmaken is. Althans, dat denk ik. Het doet mij denken aan een hamster die zich wast. Wat een snelheid, wat een precisie en wat een lenigheid. Die pootjes zijn echt heel dun! Hoe langer ik kijk, hoe meer details ik ontdek aan de vlieg. Wat is hij eigenlijk mooi. Ik kijk op en zie het lieveheersbeestje op het water drijven, de vleugeltjes half open hangend, zijn pootjes spartelen niet meer. Een vreemd gevoel in mijn maag. Ik kan er toch niets aan doen dat hij in mijn zwembad gaat liggen? Ik kan er toch niets aan doen dat hij zo ver weg ligt dat ik anders ga vallen? Ik kijk weer naar mijn mooie vlieg die nu met zijn linker vleugeltje bezig is. Zou het een vlieg met smetvrees zijn? Omgerekend naar oppervlakte en tijd in de mensenwereld, zou je uitkomen op een week non stop wassen. Zeker te weten dat je als mens dan wordt opgenomen in een psychiatrische inrichting. Zouden ze die ook hebben in vliegenland? Het zwembad lijkt opeens enorm groot, in de verte drijft het lieveheersbeestje. De witte letters op de roze doorzichtige rand lichten op:

“Niet gebruiken zonder toezicht. Verdrinkingsgevaar.”

In lieveheersbeestjesland hebben ze geen inburgeringcursus, anders was hij vast niet in mijn zwembad gaan liggen. Nee, ik kan er niets aan doen. En als het een kind was geweest of een kat, een hond, een hamster? Had ik dan wel het risico genomen om te vallen, om mij te bezeren? Ja, dan wel… Blijkbaar vind ik het lieveheersbeestje niet genoeg waard. Misschien had hij wel op hulp geroepen en had ik het niet gehoord. Had ik wel goed geluisterd? Ik besluit te ontkennen. Niemand zou het weten. Ik maak mijzelf wijs dat ik echt niet anders kon. Maar, diep in mijn hart weet ik: dit is dood door schuld.

Vol berouw laat ik mij uit mijn rolstoel zakken. Ik kniel op de harde tegels. Mijn rechterarm voor mijn borst gekruist, mijn hand op mijn hart en zing:

”Zo te sterven op het water met je vleugels van papier.
Zomaar drijven, na het vliegen in de wolken drijf je hier…….”

Een kennis van mij komt mijn tuin binnen gelopen en kijkt mij aan alsof ik ze zie vliegen. Ze kijkt naar het drijvende lieveheersbeestje, grijpt hem beet en smijt hem in de borders, “je wou dat ding daar toch niet laten drijven?”

Een bijdrage van April Ranshuijsen, Foto: Hudson alves Flickr