De dood overwonnen

Ik hoor mensen wel eens zeggen dat ze de dood hebben overwonnen. Na een ziekte of operatie bijvoorbeeld. Zeggen dat je de dood hebt overwonnen, is een bijzondere opmerking. Die nooit waar is.

Het kan ons allemaal overkomen. Dat je opeens ziek word. Of plots onder een vrachtwagen komt. Hoe gezond je ook eet. Hoe goed je ook oplet. Wij mensen zijn kwetsbare wezens. En we komen en we gaan.

Als iemand ziek wordt dan lijkt het alsof de dood ineens heel dichtbij is. En dan worden we vaak bang. Zeker als we jong zijn, omdat we dan vinden dat het nog niet onze tijd is om te gaan. Of als een kind ziek is en de ouders niet. Dan voelen we dat er iets niet klopt. Ouders horen eerder te gaan dan kinderen. Mensen horen dood te gaan als ze oud zijn, als het hun tijd is. Als hun leef-tijd ernaar is. Maar zo is het leven niet. De dood neemt ons soms eerder, en soms abrupt.

De dood neemt ons soms eerder, en soms abrupt

Wie strijdt met wie?

Wanneer mensen een ziekte krijgen en daarvan genezen dan kunnen ze zeggen dat ze de dood hebben overwonnen. Dan klinkt het alsof ze machtiger zijn dan de dood. En dat is niet zo. Ook niet bij een ziekte, ook al word je genezen. Wij staan niet boven de dood. We gaan allemaal. Als je goed naar de mensen kijkt die dit zeggen, dan zie je vaak dat ze triomfantelijk kijken. Dat is zichtbaar aan de oppervlakte. Maar als je goed kijkt zie je daarachter vaak een vleug angst of een afwezige blik.

Ze hebben de dood niet overwonnen. De dood is hen simpelweg niet komen halen. Wat ze overwonnen hebben, is niet de strijd met de dood. Maar de strijd met zichzelf. Ze hebben gestreden met hun angst om dood te gaan. Hun eigen angst.

Het leven weer pakken

In een familieopstelling kun je hiermee werken door een cliënt tegen de dood te laten zeggen: “Het was nog niet mijn tijd om te gaan.” ” Je stond verder van me af dan ik dacht”. ” Ik streed met mijzelf, niet met jou.” “Als het mijn tijd is mag je me komen halen. Dan zal ik me bij mijn (over) (groot) ouders voegen.” “Nu is niet mijn tijd, ik leef.”

Wat je daarna vaak ziet gebeuren is dat de persoon die ‘de dood had overwonnen’ een vredige rust op zijn gezicht krijgt tegelijk met een glimlach. Alsof iemand zich dan op een diepere laag realiseert: Oh ja, ik ben er nog. Ik ging helemaal niet dood.

Een artikel van Jasper Jobse, Foto: Flickr