Geven en nemen

Het is leuk om te geven en het is leuk om te krijgen. Soms zeggen mensen, wanneer ze iets geven, dat ze niets terug verwachten. Ik krijg daar altijd een wonderlijk gevoel bij. Alsof de gever iets buiten de deur probeert te houden. Maar wat?

Wanneer mensen elkaar iets geven dan is dat voedend. Als je eten krijgt is dat letterlijk zo, en wanneer je een compliment krijgt is dat voedend voor je zelfvertrouwen. Geven is wat leven mogelijk maakt. De natuur geeft graan, de bakker brood, Google zoekresultaten, de zon warmte en docenten geven kennis en inzicht. Wanneer je iets gekregen hebt is het vreemd die ander vervolgens niets of nooit iets te geven. In zekere zin zou je kunnen zeggen dat dat leven-ontnemend is, alsof je iemand het niet gunt. Dat klopt in de balans ergens niet.

Gevoelens van schuld en onschuld

Wanneer een gever geeft zonder iets terug te verwachten voelt hij zich onschuldig, en dat voelt prettig. Maar ook een gever moet krijgen om in leven te blijven, en kan zich dus niet onschuldig blijven voelen.

Wanneer je iets aanneemt (bijvoorbeeld een cadeau of een compliment) maakt dat je per definitie schuldig. Je profiteert er namelijk van, en hebt er dus baat bij. Nu ligt het in de aard van ons mensen liever onschuldig te zijn, dan schuldig. En dus doen we daar op allerlei manieren onze best voor.

” Jan woont ergens achteraf in een flat. Hij woont daar al 20 jaar. De buurtbewoners zien hem nauwelijks, alleen om zes uur ‘s ochtend en ‘s avonds met zijn hondje. Toen zijn vorige hondje overleed kwam hij weken nauwelijks buiten. Jan heeft een baan in een archief, maar niemand weet precies wat hij daar doet. Visite krijgt hij zelden. Het bestaan van Jan is verdraaid karig en het gaat met veel leegte gepaard, maar het werkt. Hij is veel onschuldig.” 

” Baukje werkt in een zorginstelling voor ouderen. Ze maakt lange dagen en is soms moe, maar daar klaagt ze niet over. Ze staat voor iedereen klaar, dag en nacht. Je kunt op haar bouwen. Wanneer je haar echter een compliment geeft dan lijkt het alsof het niet aankomt en gaat ze snel weer door. Het draait altijd om de ander, niet om haar.”

De mensen waar je zorg voor draagt, zullen je iets terug willen geven

Veel mensen die werken in de zorg hebben iets van Baukje’s leefwijze. Er kleeft echter een groot nadeel aan deze manier van leven. De mensen waar je zorg voor draagt, zullen dankbaar worden en je iets (terug) willen geven. Maar dat was nu juist wat je niet wilde. Wanneer je die dankbaarheid, in welke vorm dan ook, niet aanneemt stel je je ‘relatie-vijandig’ op. Anders gezegd: je stelt het doel, zorgen voor de ander, boven de relatie die je opbouwt. Meestal accepteert diegene voor wie jij zorgde dat uiteindelijk niet en waarschijnlijk word hij of zij een keer boos.

In Azië hebben ze er een eigen spreekwoord voor: “Waarom bent u boos op mij, ik heb u toch niet geholpen?”

Nemen is dus net zo belangrijk als geven. Ze kunnen niet zonder elkaar. Het werkt als de ontvanger iets écht aanneemt en de gever laat weten dat hij het gekregen heeft en wel of niet waardeert. Kortom je staat er beiden bij stil. Pas dan is er een balans die recht doet aan beide bewegingen, geven en nemen.

Altijd een beetje meer als principe

Als geven en nemen in balans zijn dan kan er energie stromen tussen mensen. Als dat het geval is kun je nog een stapje verder gaan. Je kunt iets doen dat het contact voor beide partijen nog voedender maakt. Dat doe je door een heel klein beetje meer te geven dan je gekregen hebt. In het opzicht van overleven is dat leven bevorderend, maar bovenal is het relatie bevorderend. Op deze manier kun je iets opbouwen, en dat is met name erg belangrijk in vriendschaps- en liefdesrelaties.

Hoeveel?

Wil je een beetje meer geven, zul je de ander een beetje moeten kennen

Wat is een beetje meer? Een beetje meer is net zoveel dat het nèt niet meer gelijk is. Dus geen karrenvracht meer, maar een pietsie. Dat kan zitten in tijd, aandacht, geld, eten. Maar ook in iets héél anders. Het doet er niet toe wat het is, als je gevoel maar zegt dat het iets meer is. Het hoeft dus ook niet hetzelfde of eenzelfde vorm te zijn als wat je hebt gekregen. Een fles lekkere wijn en een Frans kaasje meenemen als je bij iemand gaat eten, is daar een goed voorbeeld van.

Wanneer je dit beetje-meer-principe hanteert kom je simpelweg in een opwaartse spiraal, zowel wat je relatie betreft als wat betreft eten, tijd, geld, aandacht, spullen, energie, liefde, noem maar op.

Elkaars behoefte kennen

Een beetje-meer is subjectief. Wat voor jou goed of meer is, kan voor de ander iets heel anders betekenen. Wil je dus een beetje meer geven, dan zul je de ander een beetje moeten kennen. Je zult je moeten verdiepen in iemand en uitvinden wat iemand kan waarderen.

Het heen en weer geven van waardering, is het uitwisselen van liefde. Dat moet simpelweg blijven stromen. Of metaforisch gezegd, als je elkaar steeds een beetje meer eten geeft dan komt het goed, geef je elkaar steeds een beetje minder dan houd het uiteindelijk op. Daartussen kiezen is niet zo moeilijk.

Een bijdrage van Jasper Jobse Foto: Fe Ilya Flickr