Nieuwsberichten met als sleutelwoord: baan

Thuisfalende experts

Al jaren spaar ik ze. Mensen die in hun vak de kampioensstatus hebben maar er op hetzelfde terrein in hun persoonlijke leven niks van bakken. De verlichtingsfilosoof Rousseau is de eerste in mijn verzameling. Hij schreef het eerste standaardwerk over de kinderopvoeding maar zijn eigen (vijf!) kinderen bracht hij meteen na de geboorte naar een vondelingengesticht omdat hij zich er geen raad mee wist.

Ooit was ik leraar Nederlands op een middelbare school. Het eerste uur begon om tien over acht. Twee keer per week 1b, een drukke brugklas met veel wizzkids. Eerste en laatste antwoord van die bijdehandjes: ja maar… Altijd pret met dat uitgeslapen volkje. Op één na: een joch dat steevast om kwart over acht in zijn bankje in slaap sukkelde. Eerst dacht ik dat hij de boel voor de gek hield, maar het kereltje was niet bij de les te krijgen. De oorzaak kwam boven tafel tijdens een gesprek met zijn ouders: papa roerde elke ochtend stiekem een valiumpje 10 door zijn milkshake. Alleen zo kon hij hem in het gareel houden. Dat zoonlief er als een zombie bijliep, beschouwde hij als collateral damage in de oorlog die opvoeding heet. Het beroep van de vader? Kinder­rechter.

Lees verder

De lokroep van de kantoorkrekel

Hoe vaak hoor je niet dat:

  • de klant centraal staat
  • continue de focus ligt op het toevoegen van meerwaarde
  • voortdurend innoveren het doel is
  • veranderingen structureel zijn en dienen te worden geconsolideerd
  • doelmatigheid van de bedrijfsvoering onverminderd actueel blijft
  • betekenisvolle waarden worden geplaatst in meerjarig perspectief

Na het typen van deze woorden krijg ik zin mijn mond met zeep te wassen. Ik geef het direct toe: dit is de slechtste inleiding die ik ooit schreef. Glashard ga ik hier voorbij aan mijn motto: als het mijn hart niet raakt, raakt het die van de lezer ook niet. En precies daarom doe ik het. Omdat de leegheid van dit kantoor- en managersjargon me juist zo raakt.

Lees verder

Storm in je geest

Dit werkelijk prachtige filmpje gaat over de wind. Beter gezegd over storm. Over een volkje dat altijd in de storm leeft.

Ergens doet het me denken aan sommige cliënten die in mijn praktijk komen. Aan de mensen die het geluk nog niet kunnen herkennen. Die denken dat ze nogmaals harder moeten werken/studeren/zwoegen voordat ze het geluk waard zijn. Mensen die zelf zoveel tegenwind maken, dat ze niet op hun bestemming zullen komen.

Kijk en geniet van dit prachtige filmpje!

Lees verder

Leiderschap is onderaan beginnen

Jongens willen vaak straaljagerpiloot worden of brandweerman. Ze hebben geen enkel idee hoeveel ze daarvoor zullen moeten doen. En dat interesseert ze natuurlijk ook niet. Ze willen gewoon in een straaljager stappen en wegvliegen. Dat optimisme zie je ook bij talentenjachten op tv. Deelnemers verwachten terstond wereldberoemd mét contract én persoonlijke manager als winnaar naar buiten te lopen. Maar het merendeel wint natuurlijk niet.

In zijn boek De Wildeman spreekt Robert Bly prachtig over de noodzaak om op de weg naar volwassen man, een astijd mee te maken. De astijd is volgens Bly de tijd die een man, nog voor er überhaupt sprake is van een carrière, móet meemaken om goed leiding te kunnen geven. Leiding aan zichzelf en aan anderen.

Iets dat zó belangrijk is dat als het niet gedaan wordt, al het andere niet gedaan kan worden

Bly illustreert de astijd aan de hand van het verhaal van een jongen die later koning wil worden. Koning worden lijkt de jongen wel wat. Op een troon zitten, veel geld bezitten en een volk dat naar je luistert. De jongen went zich tot de koning, vraagt om een baan en krijgt een baan. Hij krijgt een taak waar volgens de koning alles mee begint. Iets dat zó belangrijk is dat als het niet gedaan wordt al het andere niet gedaan kan worden. Het kasteel zou in zijn geheel niet kunnen functioneren, noch de koning, noch zijn personeel. De jongen is dolenthousiast. Wanneer hij zich de eerste dag op het kasteel meldt, wordt hij meegenomen naar de keuken in de kelder. Daar mag hij het as van de vuren verzamelen, naar buiten brengen en nieuw hout halen.

Natuurlijk is de jongen diep teleurgesteld. Het is niet de baan die hij verwachtte. Het werk is vies en het is in de kelder. Toch doet hij het werk. Omdat hij naar de koning luistert en omdat hij ergens voelt dat het klopt.

Na een paar seizoenen gaat hij zich langzaam thuis voelen in de keuken. Hij leert de groentes kennen. Hij leert koken. En op een dag komt er zelfs iemand anders de as verwijderen. Weer later leert hij de tuin onderhouden, paardrijden, een zwaard smeden. Hij vecht mee met het koningsleger. Trouwt de dochter van de koning. En op een dag als de koning overlijdt, wordt hij de koning.

Asmannen

kroon-klein

Als jij, als man, een as-tijd hebt meegemaakt, zal je je in dit verhaal herkennen. Je zult je de soberheid en de zinloosheid ervan nog kunnen herinneren. Wellicht kijk je terug met een gevoel van nostalgie of zelfs romantiek. Omdat je nu weet dat je het toen mis had. Het was niet voor niets. Het was wellicht zelfs het beste dat je is overkomen. Je bent van je brandweermannen-troon gestapt, gevallen of zelfs gedonderd en je bent man onder de mannen geworden. En nu je jaren later leider of manager in een bedrijf bent, kun je oprecht trots zijn op wat jij en je medewerkers samen neerzetten. Maar daarvoor moest je wel door je as-tijd heen.

Mijn eerste astijd

Ik zou mijn moeder op mijn achttiende laten zien dat ik écht wel klaar was om op kamers te gaan. Dus huurde ik met een vriend een flat. Studentenhuizen vonden we een vieze bende. Die periode zouden we overslaan.

De dag na de verhuizing stond ik huilend in een groene telefooncel mijn moeder te bellen (ja natuurlijk zouden we een eigen telefoon krijgen, maar die deed het nog niet). Ik heb het drie jaar volgehouden op de flat. Om daarna toch in een woongroep met een échte vieze man terecht te komen.

Mijn tweede astijd

Na mijn HTS studie kreeg ik een baan bij het televisieprogramma Het Klokhuis. Op de eerste dag dat ik een opname bijwoonde vroeg de regisseur of ik koffie wilde halen. “Daarvoor ben ik hier geen redacteur geworden. Dat doet iemand anders maar” zei ik. Die regisseur zorgt er twee jaar later voor dat ik word ontslagen.

Mijn derde astijd

Na een tweede ‘ontslag’ (dat ik wist te voorkomen door iets eerder zélf op te stappen) zwoor ik om nooit meer voor een baas te werken. Dus werd ik ondernemer. Ik begon een klus- en schildersbedrijf… op de fiets. Dit liep best goed in de warme maanden van het jaar, maar in de winter had ik niets te doen. En de hypotheek moest wel betaald worden. Ik had natuurlijk een klus-huis gekocht. Via het uitzendbureau kreeg ik een baantje in het archief van de Rabobank. Een ruimte zonder ramen met zo’n 4.000 hangmappen, die ik op alfabetische volgorde moest hangen. Die bank was dezelfde bank waar mijn hypotheek liep. Driekwart van mijn salaris ging linea recta weer terug naar mijn baas. Toch werkte ik door.

Na twee winters vroeg het afdelingshoofd of ik assistent account-manager wilde worden. In dezelfde tijd rondde ik bij Phoenix de opleiding Professionele begeleiding af. Zonder dat mijn afdelingshoofd het wist, gaf hij me met zijn verzoek een teken: het was tijd om verder te gaan, tijd om mijn eigen praktijk op te starten. Die praktijk bestaat nu zes jaar en onlangs ontving ik mijn 200e cliënt.

De astijd

De astijd is een tijd die je de grote ordening en jouw plek daarbinnen laat ervaren. De koning die niet weet dat het brood gebakken wordt op hout uit het bos en dat dat as achterlaat, kán zijn onderdanen niet met respect behandelen. Simpelweg omdat hij niet weet wat er gedaan moet worden om het werk gedaan te krijgen. Zo is het ook met leiders en managers.

“Wie niet onderaan de ladder wil beginnen, moet springen…
dondert meestal naar beneden en breekt iets.”

Een artikel van jasper jobse, dit artikel is ook gepubliceerd in de Vuurvogel, het magazine van Phoenix Opleidingen Utrecht. Foto: Amanda Tipton Flickr

Over dapper

Toen ik eind november mijn baan opzegde zonder een nieuwe te hebben, en zonder een helder en gekaderd plan voor ogen te zien, vonden veel mensen me ‘dapper‘. Ikzelf vond het noodzakelijk. Ik was geen seconde bezig met de gevolgen die er aan vast geplakt zaten (drie weken later werd ik behoorlijk ziek, en had daarmee meteen het antwoord). Natuurlijk zat ik niet te springen om deze wending, maar het kon niet anders, en dus volgde ik de stroom.

Lees verder

De juiste baan?

In 2002 werd ik ontslagen. Ik kon mijn baas wel wat. Ik fantaseerde over stenen door de ruiten van zijn villa. Uiteraard bleef ik gewoon thuis en bleven de stoeptegels daar waar ze horen, in zijn stoep.

Waarom ik zo boos was? In mijn hoofd was mijn carrière uitgestippeld. Ik zou een paar jaar redacteur zijn en daarna zou ik langzaam doorschuiven naar het vak van regisseur. Ik had besloten dat ik op mijn plek was. Ik hoorde bij Het Klokhuis en zijn redactie. Nee, onze redactie. Zo voelde het.

Lees verder

Belonen

“Als je gedrag beloont, dan krijg je meer van dat gedrag. En als je gedrag straft, dan krijg je minder van dat gedrag.” Dit is misschien wel één van de grootste collectieve overtuigingen die we hebben. In werk wordt dit idee vaak gekoppeld aan een beloning in de vorm van geld. Mensen zouden betere prestaties leveren als ze financieel ruimer beloond worden. Maar is dat wel zo?

  • Zijn wij voorspelbaar?
  • Zijn wij manipuleerbaar met geld of beloning?
  • En gaat dat dan op voor alle soorten taken?
  • En wanneer leveren we nu de meeste inzet en creativiteit?

Lees verder

Innerlijk emigreren

De innerlijk geëmigreerde komt u meestal tegen op het werk. Hij of zij komt eigenlijk altijd net even te laat binnenlopen. Nooit zoveel te laat dat ze er op aangesproken kunnen worden. Daarnaast gaan ze ook net even te vroeg weg. Altijd zo’n minuut of vijf. Als je daar iets over zegt, wijzen ze met veel bombarie op hun klokje dat standaard vijf minuten te vroeg is afgesteld.

Lees verder

Eigenschappen. Wat doe je waar?

Ik heb mij als puber vaak afgevraagd wat je als mens toch moet met alle ‘slechte’ eigenschappen die je hebt. Dat heeft me behoorlijk bezig gehouden. Van gedachtes “dat God per abuis het verkeerde in mijn rugzak gestopt had” tot “er is vast iets mis met mij”. Wat ik toen nog niet zag is dat iedere eigenschap twee kanten heeft. Het is niet die eigenschap an sich. Integendeel.

Lees verder

Mick

Mick is cool. Hij draagt coole skaterskleren, altijd van een of ander hip merk. Bovendien rapt hij. Niet alleen playbacken, nee, Mick rapt écht! Sterker nog: hij componeert, met behulp van een vriend van zijn vader, zijn eigen rapmuziek! Mick is ook aardig, maar… Het moet natuurlijk niet te dol worden! Als rapper heb je een image en daar hoort bij dat je af en toe ook behoorlijk kortaf moet kunnen zijn. Niet erg, iedereen begrijpt dat.

Lees verder

De kleine ridderman

In mijn praktijk kom ik regelmatig leidinggevenden tegen die me vragen wat ik voor hen kan betekenen. In veel gevallen wordt de vraag gesteld of ik de mensen van een afdeling of team naar een hoger plan kan tillen. Grote woorden die er eigenlijk op neerkomen dat men de medewerkers de mogelijkheid biedt zichzelf te ontwikkelen. Ik ben telkens blij als ik dergelijke managers tegenkom. Maar bij deze blijdschap is er een andere kant, die in organisaties vaak uit het oog verloren raakt.

Lees verder