“Iedereen noemt zich coach tegenwoordig!” Ik hoor deze of een soortgelijke zin wel eens. Met soms nog de toevoeging dat er een landelijk keurmerk moet komen. Tot een paar jaar terug ging ik mij verdedigen als iemand mijn vak ter discussie stelde. Ik sta voor kwaliteit, was mijn gedachte, dus moet ik bewijzen dat ik dat lever. Dan ging ik vertellen hoe ik werk, en trok ik een potje voorbeelden open. Gelukkig doe ik dat niet meer. Dat was erg vermoeiend.
Er is namelijk maar één manier om mensen te laten ervaren hoe je werkt, en wat ze dat oplevert, en dat is iemand in begeleiding nemen. Je kunt niemand uitleggen hoe een ijsje smaakt. Iedereen heeft zijn eigen smaakpapillen en zijn eigen bril waardoor hij of zij naar de wereld kijkt. En mijn manier van werken is anders dan andere begeleiders, omdat ik ik ben. Omdat ik mijn karakter niet uit kan schakelen.