Nieuwsberichten met als sleutelwoord: jongen

Man-zijn #2: blijven staan

Iedereen maakt fouten. Niet omdat we dat willen, maar omdat we mens zijn. We kunnen nu eenmaal niet alles overzien of plannen. Dat is ook helemaal niet erg. Maar als kapiteins te vroeg van boord gaan, verdrinken er mensen. Dat gebeurde letterlijk bij de gekapseisde Costa Concordia. De kapitein was aangenomen om voor zijn schip en passagiers te zorgen. Maar na een fout, notabene door hem zelf gemaakt, ging hij van boord.

Lees verder

Alleen een man in de klas kon mijn zoon kalmeren

Als peuter sloeg mijn zoon hinderlijke leeftijdsgenoten genadeloos tegen de vlakte. Hem een ‘sorry’ ontfutselen bleek onmogelijk. Een klap was voor hem een prima middel om je territorium af te bakenen. ‘Kijk eens wat je gedaan hebt, dat kindje huilt en heeft heel erg pijn’ begon een juf meestal hoopvol. Maar voor tranen of emotionele pressie was hij ongevoelig. ‘Moet ie maar ophouden als ik het zeg’, antwoordde hij hooguit. In het gunstigste geval zei juf dan: ‘De volgende keer moet je mij roepen, dan kunnen we er over praten.’ Maar hij keek wel uit. Hij dopte liever zijn eigen boontjes en praten was wel het laatste waar hij op zat te wachten.

Het was het begin van een schoolcarrière waarin mijn zoon negen jaar lang dagelijks de afkeuring van zijn onderwijzeressen over zich afriep. Hij was niet het dociele kind dat zij graag zagen maar een speels beweeglijk dier niet van zins zich te laten kooien in een klaslokaal of vrouwen te volgen die ‘verdrietig’ werden als hij een in hun ogen minder geslaagd grapje maakte. Pogingen hem te socialiseren langs de weg van het empathisch gesprek mislukten keer op keer. Dit alles bezorgde hem dagelijks strafregels en kruisjes op het bord en mij een wekelijkse gang naar de juf. Wat was er met hem aan de hand? Hij gedroeg zich a-sociaal, onaangepast. Ik begreep het niet. Mijn oudste zoon was met dezelfde opvoeding een model-leerling.
Lees verder

Leiderschap is onderaan beginnen

Jongens willen vaak straaljagerpiloot worden of brandweerman. Ze hebben geen enkel idee hoeveel ze daarvoor zullen moeten doen. En dat interesseert ze natuurlijk ook niet. Ze willen gewoon in een straaljager stappen en wegvliegen. Dat optimisme zie je ook bij talentenjachten op tv. Deelnemers verwachten terstond wereldberoemd mét contract én persoonlijke manager als winnaar naar buiten te lopen. Maar het merendeel wint natuurlijk niet.

In zijn boek De Wildeman spreekt Robert Bly prachtig over de noodzaak om op de weg naar volwassen man, een astijd mee te maken. De astijd is volgens Bly de tijd die een man, nog voor er überhaupt sprake is van een carrière, móet meemaken om goed leiding te kunnen geven. Leiding aan zichzelf en aan anderen.

Iets dat zó belangrijk is dat als het niet gedaan wordt, al het andere niet gedaan kan worden

Bly illustreert de astijd aan de hand van het verhaal van een jongen die later koning wil worden. Koning worden lijkt de jongen wel wat. Op een troon zitten, veel geld bezitten en een volk dat naar je luistert. De jongen went zich tot de koning, vraagt om een baan en krijgt een baan. Hij krijgt een taak waar volgens de koning alles mee begint. Iets dat zó belangrijk is dat als het niet gedaan wordt al het andere niet gedaan kan worden. Het kasteel zou in zijn geheel niet kunnen functioneren, noch de koning, noch zijn personeel. De jongen is dolenthousiast. Wanneer hij zich de eerste dag op het kasteel meldt, wordt hij meegenomen naar de keuken in de kelder. Daar mag hij het as van de vuren verzamelen, naar buiten brengen en nieuw hout halen.

Natuurlijk is de jongen diep teleurgesteld. Het is niet de baan die hij verwachtte. Het werk is vies en het is in de kelder. Toch doet hij het werk. Omdat hij naar de koning luistert en omdat hij ergens voelt dat het klopt.

Na een paar seizoenen gaat hij zich langzaam thuis voelen in de keuken. Hij leert de groentes kennen. Hij leert koken. En op een dag komt er zelfs iemand anders de as verwijderen. Weer later leert hij de tuin onderhouden, paardrijden, een zwaard smeden. Hij vecht mee met het koningsleger. Trouwt de dochter van de koning. En op een dag als de koning overlijdt, wordt hij de koning.

Asmannen

kroon-klein

Als jij, als man, een as-tijd hebt meegemaakt, zal je je in dit verhaal herkennen. Je zult je de soberheid en de zinloosheid ervan nog kunnen herinneren. Wellicht kijk je terug met een gevoel van nostalgie of zelfs romantiek. Omdat je nu weet dat je het toen mis had. Het was niet voor niets. Het was wellicht zelfs het beste dat je is overkomen. Je bent van je brandweermannen-troon gestapt, gevallen of zelfs gedonderd en je bent man onder de mannen geworden. En nu je jaren later leider of manager in een bedrijf bent, kun je oprecht trots zijn op wat jij en je medewerkers samen neerzetten. Maar daarvoor moest je wel door je as-tijd heen.

Mijn eerste astijd

Ik zou mijn moeder op mijn achttiende laten zien dat ik écht wel klaar was om op kamers te gaan. Dus huurde ik met een vriend een flat. Studentenhuizen vonden we een vieze bende. Die periode zouden we overslaan.

De dag na de verhuizing stond ik huilend in een groene telefooncel mijn moeder te bellen (ja natuurlijk zouden we een eigen telefoon krijgen, maar die deed het nog niet). Ik heb het drie jaar volgehouden op de flat. Om daarna toch in een woongroep met een échte vieze man terecht te komen.

Mijn tweede astijd

Na mijn HTS studie kreeg ik een baan bij het televisieprogramma Het Klokhuis. Op de eerste dag dat ik een opname bijwoonde vroeg de regisseur of ik koffie wilde halen. “Daarvoor ben ik hier geen redacteur geworden. Dat doet iemand anders maar” zei ik. Die regisseur zorgt er twee jaar later voor dat ik word ontslagen.

Mijn derde astijd

Na een tweede ‘ontslag’ (dat ik wist te voorkomen door iets eerder zélf op te stappen) zwoor ik om nooit meer voor een baas te werken. Dus werd ik ondernemer. Ik begon een klus- en schildersbedrijf… op de fiets. Dit liep best goed in de warme maanden van het jaar, maar in de winter had ik niets te doen. En de hypotheek moest wel betaald worden. Ik had natuurlijk een klus-huis gekocht. Via het uitzendbureau kreeg ik een baantje in het archief van de Rabobank. Een ruimte zonder ramen met zo’n 4.000 hangmappen, die ik op alfabetische volgorde moest hangen. Die bank was dezelfde bank waar mijn hypotheek liep. Driekwart van mijn salaris ging linea recta weer terug naar mijn baas. Toch werkte ik door.

Na twee winters vroeg het afdelingshoofd of ik assistent account-manager wilde worden. In dezelfde tijd rondde ik bij Phoenix de opleiding Professionele begeleiding af. Zonder dat mijn afdelingshoofd het wist, gaf hij me met zijn verzoek een teken: het was tijd om verder te gaan, tijd om mijn eigen praktijk op te starten. Die praktijk bestaat nu zes jaar en onlangs ontving ik mijn 200e cliënt.

De astijd

De astijd is een tijd die je de grote ordening en jouw plek daarbinnen laat ervaren. De koning die niet weet dat het brood gebakken wordt op hout uit het bos en dat dat as achterlaat, kán zijn onderdanen niet met respect behandelen. Simpelweg omdat hij niet weet wat er gedaan moet worden om het werk gedaan te krijgen. Zo is het ook met leiders en managers.

“Wie niet onderaan de ladder wil beginnen, moet springen…
dondert meestal naar beneden en breekt iets.”

Een artikel van jasper jobse, dit artikel is ook gepubliceerd in de Vuurvogel, het magazine van Phoenix Opleidingen Utrecht. Foto: Amanda Tipton Flickr

Volwassen worden

Volwassen worden. Het klinkt zo eenvoudig. Maar wat is het eigenlijk? Betekent het dat je geen kind meer bent? Dat je iemand anders wordt? Leer je iets af of iets bij?

Word je volwassen omdat je op kamers gaat? Omdat je je eerste vriendje of vriendinnetje krijgt? Omdat je doet zoals je ouders je vertelden dat een volwassene doet? Of omdat je het juist heel anders doet dan je ouders? Scheur je je los van je ouders of maak je je los? Gaat dat met een knal of langzaam? En wie begint dat proces? Het kind of de ouders?

Dit filmpje, dat overladen is met prijzen, geeft een prachtige visie op volwassen worden.

Van jongen naar man

Als je als jongen geboren wordt, moet je op een gegeven moment de oversteek maken naar de mannenwereld. Je kunt niet eeuwig een ventje blijven. En als je baard begint te groeien, is het tijd.

Man worden doe je niet alleen door voor de eerste keer te ejaculeren, 18 te worden of je rijbewijs te halen. Daar is meer voor nodig. In niet Westerse culturen bestonden en bestaan er nog steeds inwijdingsrituelen om dat te doen. Grote rituelen als sprong naar het volwassen-zijn. Rituelen met veel pijn, die ook nog eens lang duren. Zo zijn er verhalen uit het oerwoud van jongens die uit hun hut weggerukt worden bij hun moeder. En als de moeder daarbij flink schreeuwt en jammert, is de oversteek naar de mannenwereld begonnen.

Je kunt niet eeuwig een ventje blijven. En als je baard begint te groeien, is het tijd.

Eenmaal los van de moeder word zo’n jongen zonder eten en met niet veel meer dan een mes en iets om vuur te maken door een groep mannen, onder leiding van zijn vader, diep het oerwoud ingebracht. Daar blijft hij een aantal weken alleen achter. Terug komen naar het dorp is geen optie. In het bos zoekt hij zijn eigen eten, maakt een eigen slaapplaats, beschermd zich tegen roofdieren en zorgt zelf dat hij het goed heeft. Er is niemand die hem helpt. Als hij gewond raakt moet hij zichzelf verzorgen.

Barbaars

Dit soort verhalen klinkt ons vaak nogal barbaars in de oren. En zo dacht ik er ook over. Ik vond het zelfs schromelijk overdreven. Ik vond op kamers gaan wonen en een beetje voor jezelf kunnen koken wel genoeg.

Tot ik zelf een aantal van dit soort initiatierituelen deed. In een andere vorm weliswaar. Mijn moeder woont sowieso niet in een hut. Ze wist niet eens dat ik van huis was. Het was gewoon in Europa, daar zijn ook bossen. Alle mannen waren voor de wet allang volwassen en ik mocht na afloop warm douchen. Maar de impact was groot. Ik ben er nog steeds blij mee. De blauwe plekken en bloeduitstortingen op mijn lijf nam ik graag voor lief. Wat ik precies deed ga ik je niet vertellen. Zulke dingen doen heeft alleen effect als je niets weet over wat je te wachten staat.

Het feest

Na een aantal weken wordt de jongen opgehaald uit het bos. Hij heeft de oversteek gemaakt en het is tijd voor het feest. Een groot feest en het hele dorp doet mee. Uitbundig en zonder inhouden. Dat betekent niet dat iedereen zich laveloos zuipt, nee dat betekent vooral dat er voluit gedanst en bewogen wordt. Door mannen én vrouwen. Want de oversteek naar de mannenwereld is er een die je vooral met je lijf maakt.

De man is er nu één van hen. Iedereen in het dorp weet het. Ook de moeder weet het. Haar kleine jongen, is niet meer haar kleine jongen. Hij is niet meer van haar. Hij is van zichzelf en hij hoort bij de mannen. Hij staat niet meer onder zijn vader, maar naast zijn vader.

Het nut

Als jongens dit ritueel doorstaan om mannen te worden dan moet het nut wel heel groot zijn. Dat klopt. Een jongen leert drie dingen:

  1. Hij leert voor zichzelf zorgen. Zijn moeder is er letterlijk niet meer en zijn vader ook niet.
  2. Hij leert verantwoordelijkheid nemen voor zijn emoties, met name angst, woede en fysieke pijn. Hij leert zijn emoties en gevoelens dragen.
  3. Hij leert waar hij thuis hoort, bij de mannen.

Het tweede is iets dat bijna vreemd is. Na de rituelen die ik deed, had ik het gevoel dat mijn emoties meer van mij waren. Ondanks dat ze niet in grote of vorm veranderd waren, is de impact die ze hebben kleiner. Alsof ik ze nu heb, in plaats van dat ze mij hadden. Ik schrik er vaak niet meer van. Ik weet dat ze er zijn, maar ik ben ze niet.

Het derde is bijna niet met woorden uit te leggen. Het is een groot gevoel van rust en stevigheid. Zoiets als uit een vliegtuig stappen en weer vaste grond onder je voeten voelen. Alleen wist je niet dat je vloog.

Als man sta je nu naast je vader. Je bent nog steeds zijn zoon, maar je bent niet meer kind. Je hebt bewezen dat je jezelf kunt redden en dragen. Je bent een man geworden in de lijn van alle mannen die jou voorgingen; je vader, opa, grootvader, enz.

Jongens-mannen

In onze Westerse cultuur hebben veel mannen deze oversteek (nog) niet gemaakt of niet kunnen maken. Omdat het niet meer in onze cultuur zit, maar ook omdat veel vaders al van jongs af aan (emotioneel) afwezig zijn. Deze jongens-mannen zijn overal. Ze hebben veel geduld en empathisch vermogen, maar worstelen vaak met agressie en angst. Ze zoeken naar verbondenheid, maar weten niet waar die te halen.

Ze hebben veel geduld en empathisch vermogen, maar worstelen vaak met agressie en angst

Wanneer deze jongens-mannen in een situatie terecht komen waar grenzen een grote rol spelen, dan ervaren ze dat vaak als lastig. Grenzen die al getrokken zijn kunnen ze moeilijk accepteren. En waar grenzen door henzelf getrokken zouden moeten worden laten ze dat soms na. Ze voelen simpelweg niet waarom beide belangrijk zouden kunnen zijn, hun wens op zichzelf te staan is namelijk groter. Je voelt ze dan ook vaak hunkeren naar erkenning, maar als ze die krijgen dan weten ze niet hoe ze hem aan moeten nemen. Alsof ze niet thuis zijn en de post het pakketje erkenning weer mee moet nemen.

Jongens-mannen kunnen er veel baat bij hebben een training te volgen of zich door een man te laten begeleiden. Want een man die de oversteek heeft gemaakt weet waar de eerste grenzen liggen; wie hij is en waar hij bij hoort. Deze man voelt zich gedragen door zijn man-zijn en de soort waarbij hij hoort.

Een bijdrage van Jasper Jobse, Foto: heymarchetti Flickr

Vrienden

Vorige week zag ik de documentaire “Jongens zijn we” van Tomas Kaan. Oh, wat is ie prachtig en ontroerend. En wat lag ik soms dubbel van het lachen. ‘Jongens zijn we’ is een film over de vriendschap tussen de 12-jarige Jim en de één jaar jongere Sam. Jim en Sam vertellen in hun laatste zomer samen, over vriendschap, ouder worden en wat het voor hen betekent om jongen te zijn. Ze wonen in een dorp, ze gaan varen, halen kattenkwaad uit en geven antwoord op de vraag of je van elkaar houdt als je vrienden bent.

Lees verder