Nieuwsberichten met als sleutelwoord: waardering

Kracht in kwetsbaarheid?

“Ik moet mij kwetsbaarder opstellen” zeggen mensen wel eens. Het is een mooie verantwoorde zin. Je komt het in alle bladen tegen en menig therapeut zweert erbij. Maar waarom? Als het koud is ga je toch ook met een dikke jas naar buiten. En voor de veiligheid stap je toch ook liever in een SUV dan op je fiets?

Brené Brown legt uit waarom. En dat kan ze.

Foto bad: emanuela franchini

Jezelf op je nek zitten

We doen het allemaal wel eens; onszelf straffen. Jezelf straffen omdat je iets niet goed deed, niet goed zag of zei. Jezelf straffen is niet handig, niet constructief, en toch doen heel veel mensen het. En we doen het ook nog eens bijna altijd onbewust. Iedereen heeft er zijn eigen voorkeursvorm voor. Een eigen vorm die we makkelijk vergoelijken waardoor het lijkt alsof je jezelf helemaal niet straft.

Ik deed het gisteren nog. Ik stond in de supermarkt met mijn mandje vol. Ik zag lekkere frambozenjam staan. Hij was nog in de aanbieding ook. En wat deed ik? Ik liet hem staan… “Jij hebt genoeg uitgegeven!” ging er door mijn hoofd. Vijf minuten later stond ik buiten. Zonder jam. Met spijt. In de auto terug naar huis had ik in de gaten wat er aan de hand was. Ik had mijzelf gestraft door mijzelf iets te ontzeggen. Maar waarom? Ik, die zo veel schrijft over verlangen? Ik kon mijzelf niet eens met een potje jam verwennen?

Lees verder

Complimenten aannemen

Als je niet drinkt, droog je uit. Als je het te koud krijgt, onderkoel je. Als je een week niet slaapt, word je psychotisch. En als je tenslotte niet eet, ga je dood. Allemaal zaken die van levensbelang zijn. Net als complimenten. Die zijn ook van levensbelang.

Een compliment is als een lekker stuk chocolade, als een avond dansen, een prachtige zonsondergang, een dag zeilen op zee. Complimenten zijn de benzine, olie en wasbeurt inéén. Het zijn de slingers op het feest van het mens-zijn. Hij of zij die beweert dat ie zonder complimenten kan, wantrouw ik daarom onmiddellijk. Zij staan namelijk in de overlevingsmodus en zijn niet gericht op een gelukkig leven.

Complimenten zijn de slingers op het feest van het mens-zijn

Jij en ik hebben hebben dus complimenten nodig. En niet zomaar complimenten, nee, gemeende complimenten. Complimenten, die ons bevestigen in ons bestaan, in wie we zijn, onze schoonheid, onze liefde voor de ander en onze rijkdom van geest.

Het aannemen van een compliment

En als je dan zo’n gemeend compliment krijgt, hoef je maar één ding te doen en dat is hem aannemen. Dat betekent letterlijk dat je het compliment inademt. En niet meteen roept: “Geen dank”, “Ach, dat valt wel mee” of “Het was maar € 6,95 bij de Hennes”. Dat inademen klinkt wellicht gek. Je denkt misschien, wat heeft dat met aannemen te maken? Aannemen is toch een psychische beweging en niet een fysieke?

Nee, dat is niet zo. In de zeven jaar werken als coach en psychosociaal therapeut is mij namelijk opgevallen dat wanneer iemand een compliment aanneemt, hij inademt. En wanneer iemand een compliment niet aanneemt, dat hij of zij vaak direct iets terug zegt. Dus uitademt. Of zelfs even stopt met ademen. Iemands ademhaling laat zien wat hij psychisch doet.

Ademhaling laat zien wat iemand psychisch doet

Een compliment ontroert en beroert. Dat heeft even tijd nodig. Net als  je voor lekker eten de tijd neemt, moet je dat voor een goed compliment ook doen. Die inademing is dus nodig om een compliment te laten landen. Wellicht haal je hem later op de avond nog eens naar boven. Je glimlacht en voelt je trots.

Stevigheid en zelfvertrouwen

Door complimenten aannemen, groei je als mens. Je krijgt een beter besef van wie je bent, hoe je overkomt op de ander en waar je goed in bent. Je ontwikkelt zelfvertrouwen door complimenten aan te nemen, omdat je daardoor een beter beeld krijgt van wie die zelf is. Sterke mensen zijn niet de mensen die het alleen kunnen. Het zijn de mensen die veel complimenten aannemen, weten dat ze complimenten nodig hebben en geloven dat ze ervan afhankelijk zijn voor een gelukkig leven.

Foto: M88G

Verantwoordelijkheid nemen voor alles

Ik lees een boek met teksten van Gandhi. Dat is bijzonder inspirerend. Ghandi hield niet van halve pogingen of een beetje proberen onder kantoortijden. Tijdens het lezen dacht ik aan een bijzonder gesprek dat ik onlangs had. Daarin nodigde ik iemand uit om verantwoordelijkheid te nemen voor alles dat binnen zijn vermogen lag. Ik stelde hem voor dat hij verantwoordelijkheid zou nemen voor alles wat hij denkt, doet en voelt. “Tjeemig!” zei hij “Dan wordt het leven zwaar!?”

Zwaar? Hoe kwam hij daar nu bij? Maar hij meende het écht.

Lees verder

De ingrediënten van een goede liefdesrelatie

Goede liefde vinden betekent goed zoeken met al je zintuigen, je intuïtie en je verstand. En als je hem of haar gevonden hebt dan begint het poetsen, polijsten en verzorgen en … nog eens poetsen, polijsten en verzorgen.

De liefde is een mooi ding en een groots ding, héél groots. En zoals grote gebouwen een meerjaren onderhoudsplan nodig hebben, heeft de liefde dat ook.

Dit is wat een goede relatie goed maakt en houdt:

Lees verder

Hij weet waar spons woont

Spons loopt naar de brievenbus. De postbode weet hem altijd goed te vinden, ook al woont hij helemaal niet op een zichtlocatie. Twintig brieven vandaag. Spons gaat er eens lekker voor zitten en opent de eerste brief.
Beste spons,

Ik schrijf je deze brief. Ik heb vaak geprobeerd om deze brief te sturen aan diegene voor wie hij eigenlijk bedoeld is. Maar ik kreeg al mijn brieven ongeopend retour. Ik heb vele adressen geprobeerd, verschillende postzegels en een leger aan postbodes. Ik ben zelfs op schrijfles geweest omdat ik dacht dat het wellicht aan mijn handschrift lag. Maar het mocht allemaal niet baten. Inmiddels is mijn frustratie daarover zo hoog opgelopen dat ik heb besloten de brief aan jou te schrijven. Bij jou komen alle brieven altijd binnen, is me ter ore gekomen. Bijzonder hoor.

Nou goed, de brief is dus niet voor jou bestemd, maar je moet je frustratie van je afschrijven want anders ontploft een mens. Toch? Nou, daar komt ie dan, he. En niet schrikken, want in het echt val ik best mee.

Ik vind jou een stom mens. Zo dat moest ik even kwijt. Lucht enorm op ook! Dank je wel.

Domino.
Spons zou spons niet zijn als hij geen aardig briefje terug zou schrijven. En zo geschiedde:

Beste domino,

Dank je wel voor je brief. Het klopt, ik ben een ontzettend stom mens. Soms vergeet ik het wel eens, maar het is zo vaak tegen me gezegd dat er toch een kern van waarheid in moet zitten. Fijn dat er altijd mensen zijn die je eraan herinneren.

Wat ik me nog afvraag:

Lucht het echt (maar dan ook echt) op, om een boodschap aan het verkeerde adres af te leveren?

Groeten van Spons.
Die dag beantwoordt Spons nog 19 andere brieven. Hij pakt 20 maagdelijk witte enveloppen uit zijn secretaire en likt de gom van de postzegels nat. Dan gaat hij zijn dagelijkse gangetje naar het postkantoor.
Nog geen twee dagen later krijgt hij weer een brief van Domino en 24 lotgenoten. Hij opent de brief van Domino als eerste en leest.
Beste Spons,

Wat een heerlijk gevoel dat ik mijn brief nu eens niet ongeopend retour heb gekregen. Dit bevalt me echt prima. In andere woorden: dit lucht me dus echt (maar dan ook echt) op. Wel moet ik zeggen dat ik inmiddels weer aardig wat dominostenen over me heen heb gekregen, dus ik moet weer even wat kwijt. Zit je er klaar voor? OK, dan.

Eigenlijk, Spons, vind ik jou een loser. Een loser van het ergste soort. Ik walg van je!

Zo, nu kan ik weer rustig ademhalen. Tot de volgende brief dan, he. Niet heel veel langer. Dus .. tot snel,

Domino.
Spons bedenkt dat Domino best een punt heeft. Is het eigenlijk niet een beetje zielig als je andermans woede met liefde incasseert? Dan ben je best wel een beetje een loser, vindt Spons. Spons wacht geen seconde langer en schrijft meteen een brief terug.
Beste Domino,

Een loser? Ja, dat ben ik. Je hebt gelijk (maar dan ook echt gelijk). Het is best wel dom om te reageren op brieven die niet eens voor mij bedoeld zijn. Hoe meer ik erover nadenk, hoe dommer en dommer ik het vind. Wat een loser, zeg!

Het zal niet meevallen, maar ik beantwoord geen brieven meer die niet voor mij bestemd zijn.

Bedankt dat je me de moed hebt gegeven om te stoppen!

Groeten van Spons.

Een bijdrage van Marina NoordegraafFoto: Flickr

Belonen

“Als je gedrag beloont, dan krijg je meer van dat gedrag. En als je gedrag straft, dan krijg je minder van dat gedrag.” Dit is misschien wel één van de grootste collectieve overtuigingen die we hebben. In werk wordt dit idee vaak gekoppeld aan een beloning in de vorm van geld. Mensen zouden betere prestaties leveren als ze financieel ruimer beloond worden. Maar is dat wel zo?

  • Zijn wij voorspelbaar?
  • Zijn wij manipuleerbaar met geld of beloning?
  • En gaat dat dan op voor alle soorten taken?
  • En wanneer leveren we nu de meeste inzet en creativiteit?

Lees verder

Ontmoeting met een engel

Calvinisme zit ons in de genen. Zelfs als je er rationeel afscheid van genomen hebt, kan het je nog wel eens bespringen, heel onverwacht. Soms is er een vreemdeling voor nodig om het bloot te leggen. Of een engel…

Lief zijn voor jezelf… Dat zit bij veel mensen niet echt in hun systeem. Voor anderen, ja, dat wel. Je kinderen, je ouders, je zieke buurvrouw. Dat valt allemaal in de categorie: ‘Heb uw naaste lief…’. Die boodschap hebben we op allerlei manieren meegekregen en dat maakt ons vermoedelijk redelijk sociaal.

Lees verder

Eigenschappen. Wat doe je waar?

Ik heb mij als puber vaak afgevraagd wat je als mens toch moet met alle ‘slechte’ eigenschappen die je hebt. Dat heeft me behoorlijk bezig gehouden. Van gedachtes “dat God per abuis het verkeerde in mijn rugzak gestopt had” tot “er is vast iets mis met mij”. Wat ik toen nog niet zag is dat iedere eigenschap twee kanten heeft. Het is niet die eigenschap an sich. Integendeel.

Lees verder

Kritiek

Altijd als ik mijn ezine schrijf, presentaties geef, artikelen schrijf op mijn weblog, krijg ik reacties van anderen. In de meeste gevallen zijn die positief. Ik krijg mailtjes van mensen die me schrijven hoe ik hen geïnspireerd heb, die de tips en adviezen daadwerkelijk toepassen in de praktijk en daar veel aan hebben. Daar ben ik altijd blij mee en ik heb er een apart mapje van gemaakt in mijn emailinbox.

Maar het is niet allemaal zo warm. Als je veel schrijft, spreekt, en stelling neemt, krijg je ook kritiek, soms bijtend als zuur in je gezicht.

Een van de controverses die ik vaak oproep, heeft te maken met mijn pleidooi om als ZZP-er de stap te zetten naar een succesvol en winstgevend bedrijf. Eén van de leuke aspecten van ondernemer zijn, is wat mij betreft dat je er rijk mee kunt worden. Steevast is er dan altijd iemand die zegt: “Geld is toch niet belangrijk? Het belangrijkste is toch dat ik doe wat ik leuk vind?” Of: “Rijkdom is toch juist dat je blij bent met de mooie dingen in het leven?” Tja, wat zal ik er eens op zeggen?

Maar wat ik veel erger vind, is kritiek op de manier waarop ik praat en me gedraag. Ik stuntel altijd een beetje, grijns en giebel. Ik laat onzekerheid en twijfel zien. Voor veel mensen is dat niet “zoals het hoort” en ze kunnen het niet rijmen met iemand die succesvol is. Ze sturen me mailtjes waar de haat vanaf druipt.

Als ik presentaties geef, is er achteraf altijd wel iemand die me dringend adviseert “eens een presentatiecursus te volgen”, niet wetende dat ik dit al vijftien jaar deed en nog steeds doe (een uitzonderlijk goede volgde ik laatst bij Lianne Ebbinkhuijsen).

Een vrouw schreef me laatst: “Je praat erg aarzelend en onzeker. Je presentatie is daardoor wat mij betreft niet overtuigend. Ik vind dat je nog een hele slag te maken hebt”.

Dit soort kritiek raakt me hevig! Het is alsof iemand zegt: “Je kunt nog zo je best doen, tonnen per jaar verdienen, maar eigenlijk ben je nog steeds niet oké, ga eerst nog maar eens een slag maken”. Ik voel me belemmerd in mijn groei en mogelijkheden, en dat demotiveert me enorm.

Maar ik ben natuurlijk niet de enige die kritiek krijgt. Waarschijnlijk krijg jij hem ook – het is onlosmakelijk verbonden met het feit dat je je nek uitsteekt en zichtbaar wordt. Ook bestsellerauteur Tim Ferriss krijgt hem, zo blijkt uit een lezing die hij laatst gaf voor The Next Web. Daarin geeft hij kritiekkrijgers echt een hart onder de riem. Een van zijn uitspraken luidt: “Trying to get everyone to like you is a sign of mediocrity.” (Colin Powell) en hij moedigt je aan juist ernaar te zoeken om stom en gek gevonden te worden, om jezelf erin te trainen.

Hier mijn eigen manier om er mee om te gaan:

– Kritiek raakt je het meeste, als je vindt dat de criticus gelijk heeft. Op het moment dat je leert om ook je zwakke plekken te omarmen, zal de kritiek je veel minder raken. Sinds ik veel beter accepteer dat ik een introvert en verlegen iemand kan zijn die veel lacht omdat ze dingen – nou ja – gewoon grappig vindt, trek ik me veel minder aan van deze kritiek, en hem nu zelfs al een hele tijd niet meer gehoord. Voel me nu ook vrij om erover te schrijven, terwijl ik me er eerst diep voor schaamde.

– Veel mensen uiten kritiek omdat ze gewoon boos zijn, teleurgesteld in het leven. Succesvolle mensen geven hun een heel slecht gevoel over zichzelf, en daar maken ze je graag verantwoordelijk voor. Wat je het beste kunt doen, is deze mensen van je lijst halen en zonder schuldgevoel te kiezen voor de mensen die je een goed gevoel geven en blij met je zijn.

– Kritiek kan natuurlijk ook heel waardevol zijn. Bedank er dan voor! Maar als je hem niet waardevol vindt, mag je best feedback teruggeven. Ook al geven mensen je kritiek vanuit de beste bedoelingen en om je echt te helpen, goed feedback geven is een kunst en daar mag je ze op jouw beurt best iets over leren.

– De pijn van de kritiek zwakt af als je je in herinnering roept waarom je je bedrijf ook weer begonnen bent. Als het goed is, is dat een hoger doel: in mijn geval zelfstandigen goed rond te laten komen, terwijl ze doen wat ze het allerliefste willen doen. Dienstbaarheid voor anderen is een oneindige bron van inspiratie, is mijn ervaring. Als je weer met je klanten aan het werk bent, keert je motivatie gauw terug en denk je er niet meer aan. Zoals Ferriss zegt: “Living well is the best revenge.” (George Herbert). De Nederlandse uitspraak “De honden huilen, maar de karavaan trekt verder”, drukt het met m.i. ook heel mooi uit.

Een bijdrage van Laura Babeliowsky, Foto: Jasper Jobse, daken in middelburg, FLICKR

Geven en nemen

Het is leuk om te geven en het is leuk om te krijgen. Soms zeggen mensen, wanneer ze iets geven, dat ze niets terug verwachten. Ik krijg daar altijd een wonderlijk gevoel bij. Alsof de gever iets buiten de deur probeert te houden. Maar wat?

Wanneer mensen elkaar iets geven dan is dat voedend. Als je eten krijgt is dat letterlijk zo, en wanneer je een compliment krijgt is dat voedend voor je zelfvertrouwen. Geven is wat leven mogelijk maakt. De natuur geeft graan, de bakker brood, Google zoekresultaten, de zon warmte en docenten geven kennis en inzicht. Wanneer je iets gekregen hebt is het vreemd die ander vervolgens niets of nooit iets te geven. In zekere zin zou je kunnen zeggen dat dat leven-ontnemend is, alsof je iemand het niet gunt. Dat klopt in de balans ergens niet.

Gevoelens van schuld en onschuld

Wanneer een gever geeft zonder iets terug te verwachten voelt hij zich onschuldig, en dat voelt prettig. Maar ook een gever moet krijgen om in leven te blijven, en kan zich dus niet onschuldig blijven voelen.

Wanneer je iets aanneemt (bijvoorbeeld een cadeau of een compliment) maakt dat je per definitie schuldig. Je profiteert er namelijk van, en hebt er dus baat bij. Nu ligt het in de aard van ons mensen liever onschuldig te zijn, dan schuldig. En dus doen we daar op allerlei manieren onze best voor.

” Jan woont ergens achteraf in een flat. Hij woont daar al 20 jaar. De buurtbewoners zien hem nauwelijks, alleen om zes uur ‘s ochtend en ‘s avonds met zijn hondje. Toen zijn vorige hondje overleed kwam hij weken nauwelijks buiten. Jan heeft een baan in een archief, maar niemand weet precies wat hij daar doet. Visite krijgt hij zelden. Het bestaan van Jan is verdraaid karig en het gaat met veel leegte gepaard, maar het werkt. Hij is veel onschuldig.” 

” Baukje werkt in een zorginstelling voor ouderen. Ze maakt lange dagen en is soms moe, maar daar klaagt ze niet over. Ze staat voor iedereen klaar, dag en nacht. Je kunt op haar bouwen. Wanneer je haar echter een compliment geeft dan lijkt het alsof het niet aankomt en gaat ze snel weer door. Het draait altijd om de ander, niet om haar.”

De mensen waar je zorg voor draagt, zullen je iets terug willen geven

Veel mensen die werken in de zorg hebben iets van Baukje’s leefwijze. Er kleeft echter een groot nadeel aan deze manier van leven. De mensen waar je zorg voor draagt, zullen dankbaar worden en je iets (terug) willen geven. Maar dat was nu juist wat je niet wilde. Wanneer je die dankbaarheid, in welke vorm dan ook, niet aanneemt stel je je ‘relatie-vijandig’ op. Anders gezegd: je stelt het doel, zorgen voor de ander, boven de relatie die je opbouwt. Meestal accepteert diegene voor wie jij zorgde dat uiteindelijk niet en waarschijnlijk word hij of zij een keer boos.

In Azië hebben ze er een eigen spreekwoord voor: “Waarom bent u boos op mij, ik heb u toch niet geholpen?”

Nemen is dus net zo belangrijk als geven. Ze kunnen niet zonder elkaar. Het werkt als de ontvanger iets écht aanneemt en de gever laat weten dat hij het gekregen heeft en wel of niet waardeert. Kortom je staat er beiden bij stil. Pas dan is er een balans die recht doet aan beide bewegingen, geven en nemen.

Altijd een beetje meer als principe

Als geven en nemen in balans zijn dan kan er energie stromen tussen mensen. Als dat het geval is kun je nog een stapje verder gaan. Je kunt iets doen dat het contact voor beide partijen nog voedender maakt. Dat doe je door een heel klein beetje meer te geven dan je gekregen hebt. In het opzicht van overleven is dat leven bevorderend, maar bovenal is het relatie bevorderend. Op deze manier kun je iets opbouwen, en dat is met name erg belangrijk in vriendschaps- en liefdesrelaties.

Hoeveel?

Wil je een beetje meer geven, zul je de ander een beetje moeten kennen

Wat is een beetje meer? Een beetje meer is net zoveel dat het nèt niet meer gelijk is. Dus geen karrenvracht meer, maar een pietsie. Dat kan zitten in tijd, aandacht, geld, eten. Maar ook in iets héél anders. Het doet er niet toe wat het is, als je gevoel maar zegt dat het iets meer is. Het hoeft dus ook niet hetzelfde of eenzelfde vorm te zijn als wat je hebt gekregen. Een fles lekkere wijn en een Frans kaasje meenemen als je bij iemand gaat eten, is daar een goed voorbeeld van.

Wanneer je dit beetje-meer-principe hanteert kom je simpelweg in een opwaartse spiraal, zowel wat je relatie betreft als wat betreft eten, tijd, geld, aandacht, spullen, energie, liefde, noem maar op.

Elkaars behoefte kennen

Een beetje-meer is subjectief. Wat voor jou goed of meer is, kan voor de ander iets heel anders betekenen. Wil je dus een beetje meer geven, dan zul je de ander een beetje moeten kennen. Je zult je moeten verdiepen in iemand en uitvinden wat iemand kan waarderen.

Het heen en weer geven van waardering, is het uitwisselen van liefde. Dat moet simpelweg blijven stromen. Of metaforisch gezegd, als je elkaar steeds een beetje meer eten geeft dan komt het goed, geef je elkaar steeds een beetje minder dan houd het uiteindelijk op. Daartussen kiezen is niet zo moeilijk.

Een bijdrage van Jasper Jobse Foto: Fe Ilya Flickr

Geldproblemen los je niet met geld op

Je kent vast wel iemand die vaak net te weinig geld heeft, hij of zij krijgt het rond maar daar houdt het dan ook mee op. Of wellicht zat je zelf eens in zo’n situatie of zit je er nu in.

Toen ik eens in zo’n situatie zat, zei iemand tegen me “Geldproblemen los je niet met geld op.” Op dat moment begreep ik niet wat ik daar mee moest, maar het bleef wel hangen. Ergens wist ik: ‘dit klopt’.

Lees verder