Dan is er iets mis met je

Ben je ziek als je hulp vraagt aan een coach, psycholoog of therapeut? Nee. Maar toch ervaren veel mensen dat zo. En daarom vragen ze soms niet om hulp. Dat is niet zo gek, maar wel jammer. Van goede begeleiding word je namelijk gelukkiger.

Tien jaar geleden zei ik: “Als ik een praktijk open dan is dat er niet één met een drempel bij de voordeur, maar met een glijbaan (omdat glijbanen in speeltuinen voorkomen). Coaching en therapie hoort namelijk ook leuk te zijn. Niet leuk als in: laten-we-al-je-moeilijkheden-maar-onder-het-kleed-schuiven’. Maar leuk als in: ontdekken-dat-je-eigen-gras-groener-is-dan-je-dacht en leuk als in samen-speuren-naar-een-oplossing.

Hoe komt dat zo, dat mensen die drempel zien. Is hij er? En hoe komt dat?

In psychotherapie

Toen ik begin twintig was ging ik in psychotherapie. Niet als onderdeel van een studie psychologie, maar omdat ik in de knoop zat met mijzelf. Na de diagnose werd ik gevraagd of ik medicijnen wilde voor mijn klachten. Daar heb ik vriendelijk voor bedankt. Als ik ook nog eens mijn lijf niet meer zou kunnen vertrouwen, door pillen in mijn bloedbaan, dan had ik twee problemen. Ik vond het vreemd dat ze die medicijnen voorstelden, maar omdat ik nee zei, sloegen we die weg gelukkig ook niet in.

Vervolgens werd me verteld dat de behandeling drie jaar zou duren. Nu zou ik daar steil van achterover slaan. Toen wist ik niet beter. Ik was blij dat er iets te doen was aan mijn sombere gevoelens. Drie jaar is veel als je nog niet zo lang twintig bent, maar ik had het grootste deel van mijn leven nog voor me. Ik wilde gelukkig zijn en ik dacht dat deze man me dat kon brengen. Dus begon ik eraan.

Ik wilde gelukkig zijn en ik dacht dat deze man me dat kon brengen

Met die drie jaar in mijn achterhoofd ging ik tweewekelijks naar een sober kamertje. Met sobere kamertjes is niets mis. Zeker niet als daar goede begeleiding te krijgen is. Ik had geen flauw idee wat mij daar te wachten stond. Eén ding wist ik wel zeker en mijn psychotherapeut ook; het zou drie jaar duren. Dat klopte voor mijn gevoel niet. Maar dat gevoel was zo klein, dat het een tijd duurde eer ik mijn gevoel serieus nam.

Wie weet hoe ik mij voel?

Als ik na een willekeurige sessie vrolijker naar buiten kwam dan ik naar binnen was gegaan, zei een stemmetje in mijn hoofd: “het duurt drie jaar dus je bent nog ziek Jasper”. En terstond was dat beetje vrolijkheid weg.

Wat was er nu gebeurd? Ik was ziek verklaard door iemand die er meer verstand van had dan ik, dus ik was ZIEK. Niet ik bepaalde vanaf dat moment hoe het met mij ging, maar mijn behandelaar. Die afhankelijkheidsrelatie heb ik lang volgehouden. Maar liefst 80 !? keer ben ik bij hem geweest. (Nee, aan doorzettingsvermogen heb ik geen gebrek :-). Na twee jaar ben ik gestopt met de therapie, omdat het niet klopte en omdat er geen schot in zat.

Hoe kon het dat ik ergens aanklopte met het gevoel dat het niet goed ging, en dat een ander vervolgens bepaalde hoe het met die ik ging?

De oorsprong van psychotherapie

De psychotherapie komt voort uit de medische wetenschap, die gestoeld is op ziektebeelden. Psychotherapeuten zijn zich met de rol van arts gaan identificeren. In die rol staat een arts boven de patiënt.

Een arts heeft een superieure positie. Hij heeft meer kennis, ervaring, specialisme, apparatuur, enz. tot zijn beschikking, en dat maakt de patiënt afhankelijk van de arts. Een arts-patiënt verhouding is dus een soort ouder-kind verhouding. Dat is prima wanneer het fysieke zaken betreft. Want zodra de patiënt genezen is, is hij niet meer afhankelijk van de arts en kan hij gaan. Maar bij veel voorkomende psychische klachten klopt deze benaderingswijze niet.

Als je alle psychische klachten ook als ziekten gaat beschouwen, dan is iemand ziek wanneer hij een behandeling ondergaat. Met een psychotherapeut die superieur is aan de cliënt, bepaalt hij dus wanneer je weer beter bent, niet jijzelf.

Wanneer een therapeut zegt dat een behandeling drie jaar gaat duren, zal hij niet snel na 6 weken zeggen dat je klaar bent. Want dan lijkt hij een kluns, en hij was nu juist de specialist. En niet alleen tegenover jou als cliënt zal hij een kluns lijken, maar wellicht ook tegenover zijn baas.

Alledaagse dingen

Nu wil het geval dat heel veel klachten geen ziektes zijn. Zaken zoals rouw- en verliesverwerking, somberheid, scheiding, onzekerheid, verhuizing, angst, slaapstoornissen, gedoe met familie, je partner of kinderen, zijn geen ziektebeelden. Dat zijn dingen die bij het leven horen. Dan is er dus niets mis met je. Sterker nog; je bent normaal als je dat hebt, je bent als alle anderen.

Nu wil het geval dat heel veel klachten geen ziektes zijn

Als ik een begeleider opzoek omdat ik zelf ergens mee zit (als mens of als vakman), dan zoek ik iemand op waar ik zelf mag bepalen of we veel of weinig, of zelfs niét afspreken. Dan bepaal ik of iets werkt of niet. Ik blijf als ik er baat bij heb, en ik ga als ik dat niet heb. Ik heb geleerd te zorgen dat ik eigenaar ben van mijn veranderingsproces.

Het doel van goede begeleiding is niet om afhankelijkheid te bevorderen, maar onafhankelijkheid te bewerkstelligen. Iedere goede coach of therapeut moet een glimlach op zijn gezicht krijgen als zijn cliënt zegt: “ik denk dat ik je niet meer nodig heb”. Dát is waar goede begeleiding over gaat.

Een artikel van Jasper Jobse, Foto: Lyosha Petrov Flickr