Discriminerende bloemen

‘Voor zover bekend is de Appelboom zichzelf niet bewust. Hij zal niet om zich heen kijken om te zien wat de andere bomen aan het doen zijn. Zou hij dat wel doen, en ontdekken dat hij tussen de Perenbomen staat, dan zou hij wel eens op het idee kunnen komen dat hij niet normaal is. Erger nog, hij zou kunnen proberen om Peren te gaan maken. 

Of stel je voor: Hij had ouders waar hij als jong boompje regelmatig van te horen kreeg dat je bescheiden moet zijn in dit leven en hij probeert in plaats van Appels Kersen te maken. Of hij heeft vrienden die hem proberen wijs te maken dat hij wel wat vrolijker mag zijn, en hij probeert het daarom met Bananen. Als een Appelboom ergens goed in is, dan is dat in het produceren van Appels.’ [uit: de Creatiespiraal, M. Knoope, 1998]

Het is mijn allerliefste citaat uit De Creatiespiraal van Marinus Knoope. Ik heb hem tijdens trainingen en therapeutische gesprekken vaker gebruikt dan welk ander citaat dan ook. Tja. De inauguratie van Mandela. Komt ook dichtbij. Maar dan praat je over iets. Daar mag een Appelboom best naast staan dacht ik zo.

Ik voeg er vaak aan toe, dat als alle Fruitbomen dit ‘stick to your own strength‘- trucje zouden snappen, we heerlijke fruitcocktails kunnen produceren met z’n allen. De wereld zou er vervolgens bij lopen als één grote Tropical Party. Leek me zalig. En bovendien erg gezellig. Fruitcocktails dus. Ik dacht ‘lekker’. Alle talenten en kwaliteiten omarmen. Fijn bij jezelf blijven, en gewoon de ander de Appel laten zijn die hij is. Deze overtuiging ging jaren goed. Werkelijk jaren. Tot ik twee weken geleden jarig was en in een situatie belande waarbij me de schellen van de ogen vielen…

Het is de schuld van twee bossen mooie bloemen. Gele rozen. En verschillende gekleurde tulpen. Gelukkig lachend kwam ik met ze thuis. Vers gekregen van een lieve vriendin op een terras. Slingers in de lucht en taart in de oven. Bloemen in de vaas. Dacht ik.

Nou mooi niet. Na niet meer dan twaalf uur gezamenlijk in één vaas te hebben door gebracht, hingen de kopjes van de gele rozen mistroostig naar het tafelblad te staren. De tulpen echter, stonden parmantig het plafond te bewonderen. Vol in het licht.

Na niet meer dan twaalf uur gezamenlijk in één vaas te hebben door gebracht, hingen de kopjes van de gele rozen mistroostig naar het tafelblad te staren

Eerst dacht ik dat ik me vergiste. Dat ze even tijd nodig hadden om wakker te worden. Ofzo. Ik heb ze nieuw water gegeven en lieve woorden tegen ze gezegd. Niets hielp. Geen roosje dat opnieuw besloot om te stralen. En dat terwijl de tulpen blij het leven tegemoet lachten. Onbegrijpelijk.

Instinctief scheidde ik de tulpen van de rozen. Onder het motto ‘je weet het nooit’ gaf ik ze een vaasje voor zichzelf, vers water en een nieuwe start. Het rehabilitatieproces kon beginnen. En ik hoopte. Want ik gunde het ze zo. Een stralend bestaan. Maar je kunt iemand nog zoveel gunnen. Als ze zelf niet willen houdt het toch echt op. Zo ook met de rozen.

Desondanks was ik toch nog steeds behoorlijk jarig. Rehabiliterende rozen of niet. Visite kwam en ging. Er was muziek. Cadeautjes en blije mensen vulden mijn huis. Met een zijdelings oog keek ik zo nu en dan naar de vaas met rozen. Maar er was nog steeds niets veranderd.

Aan het einde van de dag gaf ik het op, en deelde het bloemen-probleem met de visite. ‘Oh,’ zei één van hen. ‘Maar ik heb gehoord dat rozen en tulpen niet samen in één vaas kunnen. Daar houden ze niet van’. ‘Je maakt een grapje’ antwoordde ik. Nee. Het was echt, zei ze. Dus de volgende dag. Ik naar de bloemist, die bevestigde wat mijn bezoek verteld had. ‘Het kan wel, en ach het gaat wel even. Maar in de regel passen tulpen en rozen niet zo goed bij elkaar. Soort zoekt soort hè.’ zei de bloemist.

Nou. Schiet mij maar lek. Als de natuur nu ook al met discriminerende praktijken begint, waar moet dat dan heen met de wereld. En niet te vergeten met mijn geliefde Fruitcocktails! Iemand suggesties? Een gedoogbeleid misschien?

Een bijdrage van Annette Dölle, Foto: Flickr