Rouw

Rouw is iets waar iedereen mee te maken krijgt. Je ontkomt er niet aan. Rouwen doet iedereen op zijn eigen manier. Zoals er geen standaard manier is om meer zelfvertrouwen te krijgen, zo is er ook geen standaard manier van rouwen. Je kunt rouwen objectief gezien dus moeilijk goed doen. Als je wilt leren zwemmen dan ga je op zwemles. Als je wilt leren rouwen dan…? Voor de meeste mensen blijft het iets als in het diepe gedonderd worden.

En dan is er ook nog dat vreemde deel. Dat het nooit klaar lijkt. Omdat je tijdens het rouwen steeds een nieuwe laag in je verdriet en verlangen tegenkomt, lijkt er geen einde aan te komen. Je moet steeds weer tot de bodem en dan weer terug naar boven om lucht te happen. Je hoort mensen wel eens zeggen dat het verlies te dragen wordt. Dat klopt. Maar dan dragen ze nog steeds iets. En de laatste stap is nog niet gemaakt.

Boek

Er ligt een nieuw boek in de winkels met de titel: Het nieuwe zwart. Het is geschreven door Darian Leader, een Britse psychoanalist. Het boek gaat over rouw, melancholie en depressie. Drie stevig met elkaar verwante zaken. Darian heeft een heldere kijk op rouw en op rouwarbeid.

Het woord rouwarbeid is een door Freud bedacht woord. Een mooi woord vind ik het. Het is een werkwoord. En dat is rouwen ook, werken. Het suggereert dat je iets moet doen en kan doen. En het suggereert, zoals er een einde aan een werkdag komt, dat er ook een eind aan rouwen komt.

Opa

Ik verloor mijn opa toen ik 19 jaar was. Eén telefoontje van het ziekenhuis en de liefste man die ik ooit gekend heb was weg. Ik ben nu 16 jaar verder. Na de eerste jaren van regelmatig verdriet, veranderde mijn verdriet van vorm. Het kwam nu nog maar één keer per jaar. Dan zag ik weer een foto of iets dat van hem was geweest, en dan rolden de tranen weer. Ook dit jaar was er zo’n moment. Dat duurt eventjes, en dan is alles weer prima. Dan is opa ‘daar’ en ben ik ‘hier’, tussen de levenden. En ga ik gewoon weer doen wat ik van plan was.

Ik dacht dat ik klaar was met rouwen. Want ieder jaar een keer huilen… dat leek me best te doen. Ik beschouwde het regelmatige verdriet zelfs als een letterlijke uiting van de liefde die ik voor mijn opa voel. Nu weet ik dat ik nog niet klaar was. Ik dacht met mijn hoofd dat ik klaar was, maar het was mijn lijf dat de tranen maakte. Er bleek nog een stap te bestaan.

Ergens dit voorjaar gebeurde er iets waardoor ik anders naar mijn opa ging kijken. Ik zag hem niet alleen als de man die ik mis. Maar ook als de vader van mijn moeder. Ik realiseerde me dat ik niet de enige was die hem miste. Misschien miste zij hem ook. Al die tijd was ik zo door mijn eigen verlies in beslag genomen, dat ik hem alleen maar kon zien als mijn opa. Zeker als begeleider van familieopstellingen weet ik echt wel dat hij meer is dan alleen opa. Hij is ook vader, en zoon. Maar dat zag ik niet.

Het doden van de overledene

Tot het moment dat ik anders ging kijken. Het is moeilijk te omschrijven. Er gebeurde iets dat ik 16 jaar voor onmogelijk hield. Ik voelde opeens kraakhelder: “opa, je mag gaan”. Ik zat in mijn favoriete stoel in mijn huis en ik had de oprechte wens dat hij mij alleen zou laten. Het werd stil in mij. Alsof je uit de disco een enorm weiland instapt en de disco verdampt. Alsof mijn eigen lijf groter werd, ik meer speelruimte kreeg. En er waren geen tranen. Integendeel, ik was blij. Ik was blij met een opa die geleefd heeft en weg is.

Ongemerkt heb ik gedaan wat Adrian in zijn boek beschrijft als het doden van de overledene. Een rare zin. Ik moest er even op kauwen. En het is een prachtzin.

Als mensen doodgaan dan gaan ze van ons weg. Iets in ons verzet zich daartegen. Maar er is niks om je tegen de verzetten. Vervolgens zitten we dus met een gespleten beeld van de werkelijkheid. Er is iets dat er niet is, maar dat willen we niet. Dat beeld moet ooit weer samenvallen met de werkelijkheid. Dan klopt het weer. Daarvoor moet dat wat doodging nog een keer gaan, eerst buiten mij, dan in mij.

Lieve opa: “Ik leef nog een tijd en dan kom ik ook. Nu mag je gaan. Ik blijf hier. Dag!”

Een artikel van Jasper Jobse, Foto: Midnight Marauder, Flickr