Nieuwsberichten met als sleutelwoord: loyaliteit

Niemand is de vijand van zijn eigen wortels

Else Marie van den Eerenbeemt is een begenadigd en bekend familietherapeute, docente en onderzoeker. In dit interview verteld ze prachtig over loyaliteit.

Iedereen heeft wortels. Je wortels zijn waar je vandaan komt en bij wie je vandaan komt. Je wortels hebben je gemaakt tot wie je bent.

Lees verder

Het jongetje dat wilde zijn

Lang geleden, maar zo kort dat het vandaag nog leeft, speelde een klein jongetje in het bos  aan de overzijde van alles. Althans, dat vonden de mensen omdat het leven zich volgens hen niet in het bos, maar daarbuiten afspeelde. Het jongetje zelf vond juist dat alles in het bos was, en hij ervoer dat daarin alles ook één was. Goed en kwaad bestonden niet, het leven was hem en hij was het leven. Waarin niets anders dan de wind die je meevoerde, de zon die je kuste, of een blad dat langzaam ruiste in de wind. Leven was zijn.

Hoewel tijd in het leven van het jongetje nog geen fluisterbeweging veroorzaakte, deed dit dat wel aan de overzijde van het bos. En dus werd het jongetje op een kwade dag door de wereld geroepen. Hij moest groeien en worden, in plaats van te zijn. Hij moest verhuizen naar het ‘echte leven’. Tenminste, dat zeiden zijn ouders, de meester van de school en alle anderen die het konden weten.

Lees verder

De gebraden duif

De term “gebraden duif” wordt in mijn praktijk niet veel gebruikt maar in dit eerste gesprek met Joost komt ‘ie wel tien keer op tafel, de term bedoel ik dan. “Het is gewoon een gebraden duif die naar binnen komt, en ik heb er nog recht op ook, da’s wel mooi, vind je niet?”

Joost is werkzaam in het bedrijf van zijn moeder en haar broer, zijn oom. Het bedrijf is opgezet door de grootvader van Joost. In 1985 werd de onderneming overgenomen door de twee kinderen die het bedrijf verder uitbouwden. Joost is na de middelbare school in de zaak gegaan en het is voor hem vanaf dat moment vanzelfsprekend dat hij het bedrijf overneemt, er is geen andere mogelijke opvolger.

Lees verder

Belonen

“Als je gedrag beloont, dan krijg je meer van dat gedrag. En als je gedrag straft, dan krijg je minder van dat gedrag.” Dit is misschien wel één van de grootste collectieve overtuigingen die we hebben. In werk wordt dit idee vaak gekoppeld aan een beloning in de vorm van geld. Mensen zouden betere prestaties leveren als ze financieel ruimer beloond worden. Maar is dat wel zo?

  • Zijn wij voorspelbaar?
  • Zijn wij manipuleerbaar met geld of beloning?
  • En gaat dat dan op voor alle soorten taken?
  • En wanneer leveren we nu de meeste inzet en creativiteit?

Lees verder

Alles voor de glimlach

Ik krijg nog al eens de vraag van cliënten waarom we ons gedragen zoals we doen. Dat is een grote vraag. Een vraag waar ik geen sluitend antwoord op heb. Wat ik wel weet is dit.

Gedrag leren we aan als reactie op de omstandigheden waarin we worden geboren en opgroeien, en vaak doen we na wat we voorgeleefd kregen.
Kortweg gezegd: er gebeurt iets en een kind geeft het best mogelijk antwoord gegeven de vermogens, kennis en ervaring die hij/zij heeft. Vaak niet eens letterlijk door iets te zeggen, maar vooral door iets te doen of te laten. En dan gebeurt er weer iets en daar reageert het kind weer op. Als dat wat het kind doet tot een verbetering van de situatie leidt, dan zal dat kind dat blijven doen tot het een betere gedraging ontdekt.

Lees verder

Kerst en mijn vader

Kerst komt er weer aan. Kerst is, hoe je het ook wendt of keert, verbonden met familie. Voor de één omdat ie bij zijn ouders of schoonouders gaat eten, voor de ander omdat ie dat juist niet doet. En weer een ander zou wel willen maar heeft geen familie meer.

In het echt of in gedachten zijn we er bewust en onbewust allemaal mee bezig. Kerst laat je voelen of je erbij hoort of niet. Kerst laat je ook voelen waar je bij zou willen horen. Maar misschien kun je niet, wil je niet of durf je niet. Omdat hij of zij ook altijd komt en het dan niet gezellig meer is. Of ze hebben je niet gevraagd. Of je moet werken omdat zieke en oude mensen ook zorg nodig hebben met kerst.

Lees verder

Beloftes en verwachtingen

Ik geloof dat ik er zelf soms een tikje ver in ga. Maar betrouwbaar zijn beschouw ik als een belangrijke eigenschap in het mens zijn. Zowel in vriendschap, de liefde als zakelijk. Kortom wanneer er sprake is van een relatie.

Betrouwbaar zijn gaat over beloftes en het inlossen van beloftes. Nu kun je beloftes maken, maar beloftes ontstaan ook. Soms zelfs zonder dat je daar erg in hebt. De belangrijke vraag is dan niet of je ze maakt, maar hoe je ze maakt.

Het ontstaan van kleine beloftes

Vaak ontstaan beloftes omdat je zelf concrete tijdstippen, aantallen of hoeveelheden noemt. Kortom alles wat meetbaar is. Maar wij mensen praten gelukkig niet de hele dag met elkaar alsof we wetenschappers in een experiment zijn. Kinderen kunnen dat soms heel mooi even wel doen en dan oprecht aan iemand vragen: “Hoeveel houd je van me?”.

Meestal hoef je geen aantallen te noemen. Sommige dingen weet je gelukkig gewoon. Als je zegt: “Ik bel je vanavond”. Dan is dat meestal ergens tussen 18:00 uur en 22:00 uur. En dan mag je in de zomer best om 22:30 uur bellen en in de winter ligt dat weer iets anders omdat het eerder donker is.

Misschien heb je na het lezen van de vorige alinea een ander idee over de tijdstippen, want ik heb een heleboel aannames gedaan. En precies daar zit de crux van het ontstaan van beloftes. Een belofte ontstaat in wat de ander voor waar aanneemt. Dat kan echter iets ander zijn dan wat jij hebt willen overbrengen.

Je kent de volgende situatie vast: Je zegt iets en de ander knikt ja. Je denkt dat je elkaar begrepen hebt en neemt afscheid. Maar wat verwacht die ander nu? Waar laat je de ander nu mee naar huis gaan? Is dat iets dat jij waar kunt maken en wilt maken?

Verifiëren en ondubbelzinnig praten

Er zijn twee simpele manieren waarop je kunt zorgen dat er in jouw hoofd hetzelfde zit, als in het hoofd waar je het gesprek mee voerde.

  1. Vraag voordat je een gesprek of een gedeelte van een gesprek afrond (dit soort momenten herken je vaak aan het feit dat de stilte die valt net even langer duurt dan de ‘normale’ stiltes in het gesprek) wat de ander begrepen heeft.
  2. Spreek niet dubbelzinnig en neem geen dingen aan die dubbelzinnig zijn.
    Stel, iemand geeft op een vraag het volgende antwoord: “Ja, dat lijkt mij ook het beste, omdat de gewenste uitkomst afhangt van het feit dat hij ook het verband heeft aangetoond tussen de relatie onderling.”
    Het is nu verleidelijk om af te gaan op de ja aan het begin van de zin, en aan te nemen dat hij bevestigd heeft. Ja, is tenslotte een bevestiging. Maar heeft deze persoon ook willen bevestigen? Hij was niet ondubbelzinnig en dus is het handig te checken wat hij nu precies bedoeld heeft.

Het dubbelzinnige is er soms ook met het gebruik van ja en nee als antwoord op schijnbaar simpele vragen. Vooral vragen waarin ontkennende vormen zitten, kunnen lekker verwarrend zijn. Als iemand je vraagt: “Wil je dat ook niet?” En jij antwoord: ” Ja!” Heb je dan ingestemd met het niet-willen? Of wil je wel? En als je nee gaf als antwoord, ontken je dan het niet-willen en wil je het dus wel? Of bevestig je juist in je ontkenning het niet te willen? Meestal kun je het gelukkig wel uit de intonatie opmaken, maar ja dat is dan wel weer een aanname…

Een artikel van Jasper Jobse, foto: Dyanna Hyde Flickr