Nieuwsberichten met als sleutelwoord: vader

Het kind van zijn dromen

Reeds dagenlang trokken ze door de woestijn. De watervoorraad was flink geslonken en terwijl ze de zon door hun hoofddoeken voelden branden, hunkerden ze naar de koelte van de volgende oase. Naarmate de dag verstreek, verstomden de verhalen. Het beetje energie dat hun nog restte, hadden ze hard nodig voor de uitputtende reis.

Plotseling zag een van hen, hij was de leider en reed daarom voorop, in de verte iets op de grond liggen. Wat het was, was niet meteen te zien. Hij gaf zijn kameel nog één keer de sporen en zag, dichterbij gekomen, de armzalige resten van een ineengezakt menselijk lichaam.

Lees verder

Man-zijn #2: blijven staan

Iedereen maakt fouten. Niet omdat we dat willen, maar omdat we mens zijn. We kunnen nu eenmaal niet alles overzien of plannen. Dat is ook helemaal niet erg. Maar als kapiteins te vroeg van boord gaan, verdrinken er mensen. Dat gebeurde letterlijk bij de gekapseisde Costa Concordia. De kapitein was aangenomen om voor zijn schip en passagiers te zorgen. Maar na een fout, notabene door hem zelf gemaakt, ging hij van boord.

Lees verder

Jezelf op je nek zitten

We doen het allemaal wel eens; onszelf straffen. Jezelf straffen omdat je iets niet goed deed, niet goed zag of zei. Jezelf straffen is niet handig, niet constructief, en toch doen heel veel mensen het. En we doen het ook nog eens bijna altijd onbewust. Iedereen heeft er zijn eigen voorkeursvorm voor. Een eigen vorm die we makkelijk vergoelijken waardoor het lijkt alsof je jezelf helemaal niet straft.

Ik deed het gisteren nog. Ik stond in de supermarkt met mijn mandje vol. Ik zag lekkere frambozenjam staan. Hij was nog in de aanbieding ook. En wat deed ik? Ik liet hem staan… “Jij hebt genoeg uitgegeven!” ging er door mijn hoofd. Vijf minuten later stond ik buiten. Zonder jam. Met spijt. In de auto terug naar huis had ik in de gaten wat er aan de hand was. Ik had mijzelf gestraft door mijzelf iets te ontzeggen. Maar waarom? Ik, die zo veel schrijft over verlangen? Ik kon mijzelf niet eens met een potje jam verwennen?

Lees verder

Alleen een man in de klas kon mijn zoon kalmeren

Als peuter sloeg mijn zoon hinderlijke leeftijdsgenoten genadeloos tegen de vlakte. Hem een ‘sorry’ ontfutselen bleek onmogelijk. Een klap was voor hem een prima middel om je territorium af te bakenen. ‘Kijk eens wat je gedaan hebt, dat kindje huilt en heeft heel erg pijn’ begon een juf meestal hoopvol. Maar voor tranen of emotionele pressie was hij ongevoelig. ‘Moet ie maar ophouden als ik het zeg’, antwoordde hij hooguit. In het gunstigste geval zei juf dan: ‘De volgende keer moet je mij roepen, dan kunnen we er over praten.’ Maar hij keek wel uit. Hij dopte liever zijn eigen boontjes en praten was wel het laatste waar hij op zat te wachten.

Het was het begin van een schoolcarrière waarin mijn zoon negen jaar lang dagelijks de afkeuring van zijn onderwijzeressen over zich afriep. Hij was niet het dociele kind dat zij graag zagen maar een speels beweeglijk dier niet van zins zich te laten kooien in een klaslokaal of vrouwen te volgen die ‘verdrietig’ werden als hij een in hun ogen minder geslaagd grapje maakte. Pogingen hem te socialiseren langs de weg van het empathisch gesprek mislukten keer op keer. Dit alles bezorgde hem dagelijks strafregels en kruisjes op het bord en mij een wekelijkse gang naar de juf. Wat was er met hem aan de hand? Hij gedroeg zich a-sociaal, onaangepast. Ik begreep het niet. Mijn oudste zoon was met dezelfde opvoeding een model-leerling.
Lees verder

Leiderschap is onderaan beginnen

Jongens willen vaak straaljagerpiloot worden of brandweerman. Ze hebben geen enkel idee hoeveel ze daarvoor zullen moeten doen. En dat interesseert ze natuurlijk ook niet. Ze willen gewoon in een straaljager stappen en wegvliegen. Dat optimisme zie je ook bij talentenjachten op tv. Deelnemers verwachten terstond wereldberoemd mét contract én persoonlijke manager als winnaar naar buiten te lopen. Maar het merendeel wint natuurlijk niet.

In zijn boek De Wildeman spreekt Robert Bly prachtig over de noodzaak om op de weg naar volwassen man, een astijd mee te maken. De astijd is volgens Bly de tijd die een man, nog voor er überhaupt sprake is van een carrière, móet meemaken om goed leiding te kunnen geven. Leiding aan zichzelf en aan anderen.

Iets dat zó belangrijk is dat als het niet gedaan wordt, al het andere niet gedaan kan worden

Bly illustreert de astijd aan de hand van het verhaal van een jongen die later koning wil worden. Koning worden lijkt de jongen wel wat. Op een troon zitten, veel geld bezitten en een volk dat naar je luistert. De jongen went zich tot de koning, vraagt om een baan en krijgt een baan. Hij krijgt een taak waar volgens de koning alles mee begint. Iets dat zó belangrijk is dat als het niet gedaan wordt al het andere niet gedaan kan worden. Het kasteel zou in zijn geheel niet kunnen functioneren, noch de koning, noch zijn personeel. De jongen is dolenthousiast. Wanneer hij zich de eerste dag op het kasteel meldt, wordt hij meegenomen naar de keuken in de kelder. Daar mag hij het as van de vuren verzamelen, naar buiten brengen en nieuw hout halen.

Natuurlijk is de jongen diep teleurgesteld. Het is niet de baan die hij verwachtte. Het werk is vies en het is in de kelder. Toch doet hij het werk. Omdat hij naar de koning luistert en omdat hij ergens voelt dat het klopt.

Na een paar seizoenen gaat hij zich langzaam thuis voelen in de keuken. Hij leert de groentes kennen. Hij leert koken. En op een dag komt er zelfs iemand anders de as verwijderen. Weer later leert hij de tuin onderhouden, paardrijden, een zwaard smeden. Hij vecht mee met het koningsleger. Trouwt de dochter van de koning. En op een dag als de koning overlijdt, wordt hij de koning.

Asmannen

kroon-klein

Als jij, als man, een as-tijd hebt meegemaakt, zal je je in dit verhaal herkennen. Je zult je de soberheid en de zinloosheid ervan nog kunnen herinneren. Wellicht kijk je terug met een gevoel van nostalgie of zelfs romantiek. Omdat je nu weet dat je het toen mis had. Het was niet voor niets. Het was wellicht zelfs het beste dat je is overkomen. Je bent van je brandweermannen-troon gestapt, gevallen of zelfs gedonderd en je bent man onder de mannen geworden. En nu je jaren later leider of manager in een bedrijf bent, kun je oprecht trots zijn op wat jij en je medewerkers samen neerzetten. Maar daarvoor moest je wel door je as-tijd heen.

Mijn eerste astijd

Ik zou mijn moeder op mijn achttiende laten zien dat ik écht wel klaar was om op kamers te gaan. Dus huurde ik met een vriend een flat. Studentenhuizen vonden we een vieze bende. Die periode zouden we overslaan.

De dag na de verhuizing stond ik huilend in een groene telefooncel mijn moeder te bellen (ja natuurlijk zouden we een eigen telefoon krijgen, maar die deed het nog niet). Ik heb het drie jaar volgehouden op de flat. Om daarna toch in een woongroep met een échte vieze man terecht te komen.

Mijn tweede astijd

Na mijn HTS studie kreeg ik een baan bij het televisieprogramma Het Klokhuis. Op de eerste dag dat ik een opname bijwoonde vroeg de regisseur of ik koffie wilde halen. “Daarvoor ben ik hier geen redacteur geworden. Dat doet iemand anders maar” zei ik. Die regisseur zorgt er twee jaar later voor dat ik word ontslagen.

Mijn derde astijd

Na een tweede ‘ontslag’ (dat ik wist te voorkomen door iets eerder zélf op te stappen) zwoor ik om nooit meer voor een baas te werken. Dus werd ik ondernemer. Ik begon een klus- en schildersbedrijf… op de fiets. Dit liep best goed in de warme maanden van het jaar, maar in de winter had ik niets te doen. En de hypotheek moest wel betaald worden. Ik had natuurlijk een klus-huis gekocht. Via het uitzendbureau kreeg ik een baantje in het archief van de Rabobank. Een ruimte zonder ramen met zo’n 4.000 hangmappen, die ik op alfabetische volgorde moest hangen. Die bank was dezelfde bank waar mijn hypotheek liep. Driekwart van mijn salaris ging linea recta weer terug naar mijn baas. Toch werkte ik door.

Na twee winters vroeg het afdelingshoofd of ik assistent account-manager wilde worden. In dezelfde tijd rondde ik bij Phoenix de opleiding Professionele begeleiding af. Zonder dat mijn afdelingshoofd het wist, gaf hij me met zijn verzoek een teken: het was tijd om verder te gaan, tijd om mijn eigen praktijk op te starten. Die praktijk bestaat nu zes jaar en onlangs ontving ik mijn 200e cliënt.

De astijd

De astijd is een tijd die je de grote ordening en jouw plek daarbinnen laat ervaren. De koning die niet weet dat het brood gebakken wordt op hout uit het bos en dat dat as achterlaat, kán zijn onderdanen niet met respect behandelen. Simpelweg omdat hij niet weet wat er gedaan moet worden om het werk gedaan te krijgen. Zo is het ook met leiders en managers.

“Wie niet onderaan de ladder wil beginnen, moet springen…
dondert meestal naar beneden en breekt iets.”

Een artikel van jasper jobse, dit artikel is ook gepubliceerd in de Vuurvogel, het magazine van Phoenix Opleidingen Utrecht. Foto: Amanda Tipton Flickr

De nevelvrouw

Er was eens een jonge vrouw die zoveel levenslust had, dat anderen er schande van spraken. Haar voeten juichten bij iedere stap die ze zette, haar stem zong bij elk woord dat ze sprak en ze straalde. Ze straalde van een levenslust die ze niet mocht hebben. De mensen spraken er schande van en ze spraken haar vader erop aan. ‘Het leven is niet bedoeld om te dansen en plezier te maken’, zeiden ze. ‘Het leven is bedoeld om hard te werken, geld te verdienen en een huis te bouwen. Jouw dochter is een slecht voorbeeld voor onze kinderen. We willen dat je haar tot de orde roept.’ De vader riep de jonge vrouw bij zich en vertelde haar dat ze zich moest gedragen zoals iedereen dat deed. ‘Geen tijd om te dansen’, zei hij, ‘geen ruimte om af te wijken van het pad van de voorouders en de wil van de goden’. De jonge vrouw deed in de weken daarna hard haar best maar hoe graag ze haar vader ook wilde plezieren, het lukte niet. En dus brak de dag aan waarop ze opnieuw bij haar vader werd geroepen en hij haar opdroeg om het veld in te trekken en haar levenslust te begraven. Zou zij niet doen wat hij haar opdroeg, dan zou hij geen andere keuze hebben dan haar te doden en te offeren. De goden en de voorouders zouden immers boos worden over zo’n onwillige dochter.
Lees verder

De ingrediënten van een goede liefdesrelatie

Goede liefde vinden betekent goed zoeken met al je zintuigen, je intuïtie en je verstand. En als je hem of haar gevonden hebt dan begint het poetsen, polijsten en verzorgen en … nog eens poetsen, polijsten en verzorgen.

De liefde is een mooi ding en een groots ding, héél groots. En zoals grote gebouwen een meerjaren onderhoudsplan nodig hebben, heeft de liefde dat ook.

Dit is wat een goede relatie goed maakt en houdt:

Lees verder

Van jongen naar man

Als je als jongen geboren wordt, moet je op een gegeven moment de oversteek maken naar de mannenwereld. Je kunt niet eeuwig een ventje blijven. En als je baard begint te groeien, is het tijd.

Man worden doe je niet alleen door voor de eerste keer te ejaculeren, 18 te worden of je rijbewijs te halen. Daar is meer voor nodig. In niet Westerse culturen bestonden en bestaan er nog steeds inwijdingsrituelen om dat te doen. Grote rituelen als sprong naar het volwassen-zijn. Rituelen met veel pijn, die ook nog eens lang duren. Zo zijn er verhalen uit het oerwoud van jongens die uit hun hut weggerukt worden bij hun moeder. En als de moeder daarbij flink schreeuwt en jammert, is de oversteek naar de mannenwereld begonnen.

Je kunt niet eeuwig een ventje blijven. En als je baard begint te groeien, is het tijd.

Eenmaal los van de moeder word zo’n jongen zonder eten en met niet veel meer dan een mes en iets om vuur te maken door een groep mannen, onder leiding van zijn vader, diep het oerwoud ingebracht. Daar blijft hij een aantal weken alleen achter. Terug komen naar het dorp is geen optie. In het bos zoekt hij zijn eigen eten, maakt een eigen slaapplaats, beschermd zich tegen roofdieren en zorgt zelf dat hij het goed heeft. Er is niemand die hem helpt. Als hij gewond raakt moet hij zichzelf verzorgen.

Barbaars

Dit soort verhalen klinkt ons vaak nogal barbaars in de oren. En zo dacht ik er ook over. Ik vond het zelfs schromelijk overdreven. Ik vond op kamers gaan wonen en een beetje voor jezelf kunnen koken wel genoeg.

Tot ik zelf een aantal van dit soort initiatierituelen deed. In een andere vorm weliswaar. Mijn moeder woont sowieso niet in een hut. Ze wist niet eens dat ik van huis was. Het was gewoon in Europa, daar zijn ook bossen. Alle mannen waren voor de wet allang volwassen en ik mocht na afloop warm douchen. Maar de impact was groot. Ik ben er nog steeds blij mee. De blauwe plekken en bloeduitstortingen op mijn lijf nam ik graag voor lief. Wat ik precies deed ga ik je niet vertellen. Zulke dingen doen heeft alleen effect als je niets weet over wat je te wachten staat.

Het feest

Na een aantal weken wordt de jongen opgehaald uit het bos. Hij heeft de oversteek gemaakt en het is tijd voor het feest. Een groot feest en het hele dorp doet mee. Uitbundig en zonder inhouden. Dat betekent niet dat iedereen zich laveloos zuipt, nee dat betekent vooral dat er voluit gedanst en bewogen wordt. Door mannen én vrouwen. Want de oversteek naar de mannenwereld is er een die je vooral met je lijf maakt.

De man is er nu één van hen. Iedereen in het dorp weet het. Ook de moeder weet het. Haar kleine jongen, is niet meer haar kleine jongen. Hij is niet meer van haar. Hij is van zichzelf en hij hoort bij de mannen. Hij staat niet meer onder zijn vader, maar naast zijn vader.

Het nut

Als jongens dit ritueel doorstaan om mannen te worden dan moet het nut wel heel groot zijn. Dat klopt. Een jongen leert drie dingen:

  1. Hij leert voor zichzelf zorgen. Zijn moeder is er letterlijk niet meer en zijn vader ook niet.
  2. Hij leert verantwoordelijkheid nemen voor zijn emoties, met name angst, woede en fysieke pijn. Hij leert zijn emoties en gevoelens dragen.
  3. Hij leert waar hij thuis hoort, bij de mannen.

Het tweede is iets dat bijna vreemd is. Na de rituelen die ik deed, had ik het gevoel dat mijn emoties meer van mij waren. Ondanks dat ze niet in grote of vorm veranderd waren, is de impact die ze hebben kleiner. Alsof ik ze nu heb, in plaats van dat ze mij hadden. Ik schrik er vaak niet meer van. Ik weet dat ze er zijn, maar ik ben ze niet.

Het derde is bijna niet met woorden uit te leggen. Het is een groot gevoel van rust en stevigheid. Zoiets als uit een vliegtuig stappen en weer vaste grond onder je voeten voelen. Alleen wist je niet dat je vloog.

Als man sta je nu naast je vader. Je bent nog steeds zijn zoon, maar je bent niet meer kind. Je hebt bewezen dat je jezelf kunt redden en dragen. Je bent een man geworden in de lijn van alle mannen die jou voorgingen; je vader, opa, grootvader, enz.

Jongens-mannen

In onze Westerse cultuur hebben veel mannen deze oversteek (nog) niet gemaakt of niet kunnen maken. Omdat het niet meer in onze cultuur zit, maar ook omdat veel vaders al van jongs af aan (emotioneel) afwezig zijn. Deze jongens-mannen zijn overal. Ze hebben veel geduld en empathisch vermogen, maar worstelen vaak met agressie en angst. Ze zoeken naar verbondenheid, maar weten niet waar die te halen.

Ze hebben veel geduld en empathisch vermogen, maar worstelen vaak met agressie en angst

Wanneer deze jongens-mannen in een situatie terecht komen waar grenzen een grote rol spelen, dan ervaren ze dat vaak als lastig. Grenzen die al getrokken zijn kunnen ze moeilijk accepteren. En waar grenzen door henzelf getrokken zouden moeten worden laten ze dat soms na. Ze voelen simpelweg niet waarom beide belangrijk zouden kunnen zijn, hun wens op zichzelf te staan is namelijk groter. Je voelt ze dan ook vaak hunkeren naar erkenning, maar als ze die krijgen dan weten ze niet hoe ze hem aan moeten nemen. Alsof ze niet thuis zijn en de post het pakketje erkenning weer mee moet nemen.

Jongens-mannen kunnen er veel baat bij hebben een training te volgen of zich door een man te laten begeleiden. Want een man die de oversteek heeft gemaakt weet waar de eerste grenzen liggen; wie hij is en waar hij bij hoort. Deze man voelt zich gedragen door zijn man-zijn en de soort waarbij hij hoort.

Een bijdrage van Jasper Jobse, Foto: heymarchetti Flickr

Vader dochter

Ze had haar vader verteld over de scheiding. Over dat ze het niet meer volhield met iemand die, helemaal sinds ze kinderen hebben, niet meer haar man maar vooral haar vader is. Dat ze al een vader heeft, die het haar moeilijk genoeg maakt om van te houden. En dat ze vrijheid wilde, ook als die duur betaald moet worden en nog ver weg is.

Vader vond haar onverstandig. Vooral financieel. Echt iets voor haar om zoiets oppervlakkigs en ondoordachts te willen. Maar hij wilde wel helpen. Hij had lang nagedacht. Gewikt en gewogen. Helaas kreeg hij het net niet rond om het huis over te kopen, zodat zij er zou kunnen blijven met de kinderen. Nog voordat ze daar boos over kon uitvallen, openbaarde hij plan B. Ook hier had hij goed over nagedacht: “Je moet een rijke man vinden, eentje die wel goed voor je zorgt en een huis heeft.”

Een bijdrage van Andries de Jong. Foto: Flickr

Niemand is de vijand van zijn eigen wortels

Else Marie van den Eerenbeemt is een begenadigd en bekend familietherapeute, docente en onderzoeker. In dit interview verteld ze prachtig over loyaliteit.

Iedereen heeft wortels. Je wortels zijn waar je vandaan komt en bij wie je vandaan komt. Je wortels hebben je gemaakt tot wie je bent.

Lees verder

De ongeboren kinderen

62 Jaar is ze. Op de verwijzing van de huisarts staat: verwerken van kinderloosheid. Donkerrood geverfde haren, gekleed naar de moderne tijd, mooie laarzen met hakken. Ze vertelt dat iedereen er helemaal genoeg van heeft. Haar man, haar vriendinnen, de buren en nu ook de huisarts. Het moet nu maar over zijn, vinden ze. Ze is inmiddels de zestig gepasseerd.

Ze hebben nooit kinderen kunnen krijgen. Ze hebben alles geprobeerd. En het is allemaal niet gelukt. En het gemis blijft, de jaloezie als ze weer bij een wiegje staat slaat net zo hevig toe als 35 jaar geleden. En de laatste jaren zijn er al die trotse grootmoeders…..

Lees verder

De gebraden duif

De term “gebraden duif” wordt in mijn praktijk niet veel gebruikt maar in dit eerste gesprek met Joost komt ‘ie wel tien keer op tafel, de term bedoel ik dan. “Het is gewoon een gebraden duif die naar binnen komt, en ik heb er nog recht op ook, da’s wel mooi, vind je niet?”

Joost is werkzaam in het bedrijf van zijn moeder en haar broer, zijn oom. Het bedrijf is opgezet door de grootvader van Joost. In 1985 werd de onderneming overgenomen door de twee kinderen die het bedrijf verder uitbouwden. Joost is na de middelbare school in de zaak gegaan en het is voor hem vanaf dat moment vanzelfsprekend dat hij het bedrijf overneemt, er is geen andere mogelijke opvolger.

Lees verder

Het is Net-Werken

Sinds kort probeer ik mijn vader te overtuigen van de functie die social media kan hebben bij het starten van een bedrijf. We voeren dit gesprek nu een maand of vijf – daarvoor was ik even sceptisch als hij. Misschien is ‘voorzichtig’ een beter woord. Twee jaar geleden kwam ik er namelijk door een vervelende loop van omstandigheden via Hyves achter dat ik tante zou worden. Wij – mijn familie en ik – waren zachtjes gezegd not amused. Concrete situatie: Informatie via glasvezelkabels gaat sneller en publiekelijker dan mensen kennelijk vermoeden.

Ik kan toch moeilijk heel Amsterdam af fietsen en folders door de bus gooien

Goed. Secuur zijn met social media gebruik was al bekend, maar hierdoor kwam er een vervelend waasje te liggen over een medium dat ook prachtige en zeer bruikbare mogelijkheden in zich heeft. Maar hoe gebruik je dat dan?

Gelukkig zijn er talloze professionals die hier cursussen en trainingen in geven, en leren zowel de Scpetici, als de Ik-Gooi-Alles-Maar-Gewoon-Het-Luchtruim-In-types de middenweg kennen en spreidt de term ‘integriteit’ zich tot in de provincie uit. Eenmaal hoezee!

Terug naar mijn vader. Hij -64, Fries, verkoper, onderhandelaar; sociale duizendpoot- vindt het nog steeds niks ‘al dat gedoe op internet’. ‘Maar het is als netwerken, pap’. zeg ik aan de telefoon. ‘Ik kan toch moeilijk heel Amsterdam af fietsen en folders door de bus gooien. Of iedereen constant bellen zodat ze me onthouden. Daar heb ik ten eerste geen geld voor en ten tweede geen tijd’. ‘Maar verkopen gaat altijd persoonlijk,’ zegt hij. ‘Je drinkt een bak koffie, je praat wat over het weer en je verkoopt eens wat’. Ja. Dat snap ik wel. Daarom reed hij duizenden kilometers per jaar en herinner ik me avonden lang die mijn vader bellend doorbracht.

Alleen wil ik dat niet. En omdat ik in 2011 leef hoef ik dat ook niet. Ik hoef alleen voor een laptop en een internet-verbinding te zorgen. ‘Dat kost net zoveel tijd’ zegt hij. ‘En dan heb je ook nog niks verkocht!’Hmm. Dat klopt. Ik moet nog steeds in het directe contact met een opdrachtgever laten zien dat ik de meest geschikte persoon ben voor het feest. Omdat ik geen wasknijpers verkoop maar mezelf als dienstverlener, is persoonlijk contact even essentieel.

Een tijd later vervolgen we ons gesprek. Ondertussen heb ik Twitter ontdekt, heeft twitter mij ontdekt en herken ik Twitteriaans gedrag bij anderen dat ik goed kan relateren aan het ‘echte’ leven dat ik ken. Zoals ‘Ik volg jou alleen, als jij mij ook volgt’. ‘Als ik populair praat, dan word ik vanzelf ook populair’. Mensen die honderden anderen volgen om op die manier ook zelf maar een publiek te trekken. Kennelijk zijn daar door twitter allemaal technische hulpmiddeltjes voor gemaakt, zodat je ook dat weer volgen kunt. Interessante situatie. Onderzoekswaardig. Maar wel een beetje raar.

Als ik populair praat, dan word ik vanzelf ook populair

Mijn vader, die overigens al jaren computerles geeft aan 60+ers, en daarbij helemaal niet een suf bekrompen typje is, heeft er ook over nagedacht. Het financiële aspect spreekt hem aan. Nogmaals Hoezee! Maar de rest moet toch echt persoonlijk gebeuren. ‘En hoe dan?’ vraag ik. ‘Dan moet ik dus nog steeds het hele land door en op de koffie?’. Tja. Daar hebben we beiden geen antwoord op. Tot hij opeens enthousiast ‘De Soos’ roept. ‘De Soos?’. ‘Ja, de Soos’ zegt mijn vader. En hij vertelt over hoe hij als zestienjarige op vrijdagmiddag met zijn vader mee ging naar De Soos in het dorp. Hij een frisdrank, zijn vader een borrel. Alle boeren uit de omgeving kwamen op vrijdag naar de Soos. Borrels drinken en handelen. Hij klinkt opgewekt en opgelucht. Alsof het antwoord op een hele ingewikkelde kruiswoordpuzzel gevonden is. Ik ben er nog niet gerust op. Maar mijn vader lijkt helemaal tevreden met de constatering dat de Soos vanaf vandaag synoniem is aan Twitter, Facebook & Linkedin. En wat doe ik dan met al die mensen die volgen, ontvolgen, dit willen, dat roepen…? Oh, die negeer je gewoon’, zegt hij. ‘Net zoals in het echt. Als je jezelf niet bent, dan werkt het toch nergens’.

Gelukkig. Dan is ons informatietijdperk toch nog een beetje zoals vroeger. Een laatste Hoezee!

Een bijdrage van Annette Dölle, Foto: Bruce McKay Flickr

Alles voor de glimlach

Ik krijg nog al eens de vraag van cliënten waarom we ons gedragen zoals we doen. Dat is een grote vraag. Een vraag waar ik geen sluitend antwoord op heb. Wat ik wel weet is dit.

Gedrag leren we aan als reactie op de omstandigheden waarin we worden geboren en opgroeien, en vaak doen we na wat we voorgeleefd kregen.
Kortweg gezegd: er gebeurt iets en een kind geeft het best mogelijk antwoord gegeven de vermogens, kennis en ervaring die hij/zij heeft. Vaak niet eens letterlijk door iets te zeggen, maar vooral door iets te doen of te laten. En dan gebeurt er weer iets en daar reageert het kind weer op. Als dat wat het kind doet tot een verbetering van de situatie leidt, dan zal dat kind dat blijven doen tot het een betere gedraging ontdekt.

Lees verder

Luistertalent

Ik ontmoette onlangs een man van veel woorden. Hij vertelde me dat hij op cursus was gestuurd om te leren luisteren en dat dat nog niet zo goed lukte. Het liet hem zichtbaar niet koud dat zijn medecursisten daar zo over dachten, maar hij wist gewoon echt nog niet hoe hij dat voor elkaar zou moeten krijgen, dat luisteren. Hij biechtte op dat hij blijkbaar een hardnekkig geval was, want zijn vader had hem ook altijd met harde hand laten weten dat hij moest leren luisteren. Zonder veel succes. “De oude had dus gelijk dat ik geen greintje luistertalent bezit“, concludeerde hij tamelijk kort-door-de-bocht.

Lees verder

Kerst en mijn vader

Kerst komt er weer aan. Kerst is, hoe je het ook wendt of keert, verbonden met familie. Voor de één omdat ie bij zijn ouders of schoonouders gaat eten, voor de ander omdat ie dat juist niet doet. En weer een ander zou wel willen maar heeft geen familie meer.

In het echt of in gedachten zijn we er bewust en onbewust allemaal mee bezig. Kerst laat je voelen of je erbij hoort of niet. Kerst laat je ook voelen waar je bij zou willen horen. Maar misschien kun je niet, wil je niet of durf je niet. Omdat hij of zij ook altijd komt en het dan niet gezellig meer is. Of ze hebben je niet gevraagd. Of je moet werken omdat zieke en oude mensen ook zorg nodig hebben met kerst.

Lees verder