Nieuwsberichten met als sleutelwoord: verantwoordelijkheid

Eerlijk zijn

Och, als we toch eens allemaal eerlijk waren… Dan zou het allemaal zoveel makkelijker zijn. Als we toch eens gewoon openheid zouden geven over wat we voelen… Over wat we van plan zijn. Over wat we gedaan hebben… Iedereen zou elkaar begrijpen, wanneer we in elkaars hoofd konden kijken. Dat zou het allemaal zoveel makkelijker maken! Toch?

Lees verder

Waarom gaan mensen scheiden?

Van de geliefden die trouwen gaat 38%* weer scheiden. En dat percentage stijgt nog steeds. In Amerika ligt het percentage al op 50%. Dat is hoog.

De opgegeven redenen voor al die scheidingen variëren nogal. Zo wordt in onderzoeken geldproblemen vaak genoemd. Zijn er evolutietheorieën die beweren dat mensen in essentie niet monogaam zijn. En er zijn ideeën dat mensen in de moderne-tijd hun partner inruilen zoals ze met hun mobiele telefoon doen; het nieuwste model nemen.

Bij veel verklaringen krijg ik het gevoel dat ze vooral over externe factoren of de biologie gaan. Ik geloof dat het antwoord dichterbij ligt.

Lees verder

Man-zijn #2: blijven staan

Iedereen maakt fouten. Niet omdat we dat willen, maar omdat we mens zijn. We kunnen nu eenmaal niet alles overzien of plannen. Dat is ook helemaal niet erg. Maar als kapiteins te vroeg van boord gaan, verdrinken er mensen. Dat gebeurde letterlijk bij de gekapseisde Costa Concordia. De kapitein was aangenomen om voor zijn schip en passagiers te zorgen. Maar na een fout, notabene door hem zelf gemaakt, ging hij van boord.

Lees verder

Jezelf op je nek zitten

We doen het allemaal wel eens; onszelf straffen. Jezelf straffen omdat je iets niet goed deed, niet goed zag of zei. Jezelf straffen is niet handig, niet constructief, en toch doen heel veel mensen het. En we doen het ook nog eens bijna altijd onbewust. Iedereen heeft er zijn eigen voorkeursvorm voor. Een eigen vorm die we makkelijk vergoelijken waardoor het lijkt alsof je jezelf helemaal niet straft.

Ik deed het gisteren nog. Ik stond in de supermarkt met mijn mandje vol. Ik zag lekkere frambozenjam staan. Hij was nog in de aanbieding ook. En wat deed ik? Ik liet hem staan… “Jij hebt genoeg uitgegeven!” ging er door mijn hoofd. Vijf minuten later stond ik buiten. Zonder jam. Met spijt. In de auto terug naar huis had ik in de gaten wat er aan de hand was. Ik had mijzelf gestraft door mijzelf iets te ontzeggen. Maar waarom? Ik, die zo veel schrijft over verlangen? Ik kon mijzelf niet eens met een potje jam verwennen?

Lees verder

Ik stond erbij

Er zijn van die momenten dat je je als man totaal geen houding weet te geven. Geen doel voor jou om te bereiken. Niets om je tanden in te zetten. Maar je aanwezigheid is gewenst, broodnodig zelfs. Dus daar ben je dan, met weinig meer te doen dan geconfronteerd worden met je eigen emoties, een beetje met de tijd boksen. Ik schat zo in (ben geen vader) dat wanneer je vrouw gaat bevallen zo’n moment is. Dat hoe je het ook doet je het toch niet goed doet, en dat het feit dat je erbij bent dan weer sowieso gewoon helemaal goed is.

hoe je het ook doet je het toch niet goed doet

Niels van Koevorden maakte een prachtige documentaire over ‘de machteloze bijrol’ (zoals Martijn Simons het in de Volkskrant mooi verwoord) van drie aanstaande vaders voor, tijdens en na de bevalling.

” Stuk voor stuk proberen Bart-Jan, Marc en Ernest het beste voor hun vrouwen te doen, en staan ze uiteindelijk geroerd te kijken naar hun pasgeboren kind, de een in tranen, de ander telkens ‘Goed zo, moppie’ mompelend als de baby zijn eerste kreten slaakt. ‘Ik stond erbij’ is een schitterende ode aan de vrouw, aan het leven, gezien door de ogen van de man.”

Martijn Simons

Vanaf september 2014 is de documentaire op dvd te koop.

Storm in je geest

Dit werkelijk prachtige filmpje gaat over de wind. Beter gezegd over storm. Over een volkje dat altijd in de storm leeft.

Ergens doet het me denken aan sommige cliënten die in mijn praktijk komen. Aan de mensen die het geluk nog niet kunnen herkennen. Die denken dat ze nogmaals harder moeten werken/studeren/zwoegen voordat ze het geluk waard zijn. Mensen die zelf zoveel tegenwind maken, dat ze niet op hun bestemming zullen komen.

Kijk en geniet van dit prachtige filmpje!

Lees verder

Leiderschap is onderaan beginnen

Jongens willen vaak straaljagerpiloot worden of brandweerman. Ze hebben geen enkel idee hoeveel ze daarvoor zullen moeten doen. En dat interesseert ze natuurlijk ook niet. Ze willen gewoon in een straaljager stappen en wegvliegen. Dat optimisme zie je ook bij talentenjachten op tv. Deelnemers verwachten terstond wereldberoemd mét contract én persoonlijke manager als winnaar naar buiten te lopen. Maar het merendeel wint natuurlijk niet.

In zijn boek De Wildeman spreekt Robert Bly prachtig over de noodzaak om op de weg naar volwassen man, een astijd mee te maken. De astijd is volgens Bly de tijd die een man, nog voor er überhaupt sprake is van een carrière, móet meemaken om goed leiding te kunnen geven. Leiding aan zichzelf en aan anderen.

Iets dat zó belangrijk is dat als het niet gedaan wordt, al het andere niet gedaan kan worden

Bly illustreert de astijd aan de hand van het verhaal van een jongen die later koning wil worden. Koning worden lijkt de jongen wel wat. Op een troon zitten, veel geld bezitten en een volk dat naar je luistert. De jongen went zich tot de koning, vraagt om een baan en krijgt een baan. Hij krijgt een taak waar volgens de koning alles mee begint. Iets dat zó belangrijk is dat als het niet gedaan wordt al het andere niet gedaan kan worden. Het kasteel zou in zijn geheel niet kunnen functioneren, noch de koning, noch zijn personeel. De jongen is dolenthousiast. Wanneer hij zich de eerste dag op het kasteel meldt, wordt hij meegenomen naar de keuken in de kelder. Daar mag hij het as van de vuren verzamelen, naar buiten brengen en nieuw hout halen.

Natuurlijk is de jongen diep teleurgesteld. Het is niet de baan die hij verwachtte. Het werk is vies en het is in de kelder. Toch doet hij het werk. Omdat hij naar de koning luistert en omdat hij ergens voelt dat het klopt.

Na een paar seizoenen gaat hij zich langzaam thuis voelen in de keuken. Hij leert de groentes kennen. Hij leert koken. En op een dag komt er zelfs iemand anders de as verwijderen. Weer later leert hij de tuin onderhouden, paardrijden, een zwaard smeden. Hij vecht mee met het koningsleger. Trouwt de dochter van de koning. En op een dag als de koning overlijdt, wordt hij de koning.

Asmannen

kroon-klein

Als jij, als man, een as-tijd hebt meegemaakt, zal je je in dit verhaal herkennen. Je zult je de soberheid en de zinloosheid ervan nog kunnen herinneren. Wellicht kijk je terug met een gevoel van nostalgie of zelfs romantiek. Omdat je nu weet dat je het toen mis had. Het was niet voor niets. Het was wellicht zelfs het beste dat je is overkomen. Je bent van je brandweermannen-troon gestapt, gevallen of zelfs gedonderd en je bent man onder de mannen geworden. En nu je jaren later leider of manager in een bedrijf bent, kun je oprecht trots zijn op wat jij en je medewerkers samen neerzetten. Maar daarvoor moest je wel door je as-tijd heen.

Mijn eerste astijd

Ik zou mijn moeder op mijn achttiende laten zien dat ik écht wel klaar was om op kamers te gaan. Dus huurde ik met een vriend een flat. Studentenhuizen vonden we een vieze bende. Die periode zouden we overslaan.

De dag na de verhuizing stond ik huilend in een groene telefooncel mijn moeder te bellen (ja natuurlijk zouden we een eigen telefoon krijgen, maar die deed het nog niet). Ik heb het drie jaar volgehouden op de flat. Om daarna toch in een woongroep met een échte vieze man terecht te komen.

Mijn tweede astijd

Na mijn HTS studie kreeg ik een baan bij het televisieprogramma Het Klokhuis. Op de eerste dag dat ik een opname bijwoonde vroeg de regisseur of ik koffie wilde halen. “Daarvoor ben ik hier geen redacteur geworden. Dat doet iemand anders maar” zei ik. Die regisseur zorgt er twee jaar later voor dat ik word ontslagen.

Mijn derde astijd

Na een tweede ‘ontslag’ (dat ik wist te voorkomen door iets eerder zélf op te stappen) zwoor ik om nooit meer voor een baas te werken. Dus werd ik ondernemer. Ik begon een klus- en schildersbedrijf… op de fiets. Dit liep best goed in de warme maanden van het jaar, maar in de winter had ik niets te doen. En de hypotheek moest wel betaald worden. Ik had natuurlijk een klus-huis gekocht. Via het uitzendbureau kreeg ik een baantje in het archief van de Rabobank. Een ruimte zonder ramen met zo’n 4.000 hangmappen, die ik op alfabetische volgorde moest hangen. Die bank was dezelfde bank waar mijn hypotheek liep. Driekwart van mijn salaris ging linea recta weer terug naar mijn baas. Toch werkte ik door.

Na twee winters vroeg het afdelingshoofd of ik assistent account-manager wilde worden. In dezelfde tijd rondde ik bij Phoenix de opleiding Professionele begeleiding af. Zonder dat mijn afdelingshoofd het wist, gaf hij me met zijn verzoek een teken: het was tijd om verder te gaan, tijd om mijn eigen praktijk op te starten. Die praktijk bestaat nu zes jaar en onlangs ontving ik mijn 200e cliënt.

De astijd

De astijd is een tijd die je de grote ordening en jouw plek daarbinnen laat ervaren. De koning die niet weet dat het brood gebakken wordt op hout uit het bos en dat dat as achterlaat, kán zijn onderdanen niet met respect behandelen. Simpelweg omdat hij niet weet wat er gedaan moet worden om het werk gedaan te krijgen. Zo is het ook met leiders en managers.

“Wie niet onderaan de ladder wil beginnen, moet springen…
dondert meestal naar beneden en breekt iets.”

Een artikel van jasper jobse, dit artikel is ook gepubliceerd in de Vuurvogel, het magazine van Phoenix Opleidingen Utrecht. Foto: Amanda Tipton Flickr

Laat je niet gek maken

Er zijn nogal wat dingen waar je je druk om kunt maken. En als je je in die dingen ook maar een beetje verdiept, kom je mensen tegen die zeggen dat er ook echt reden is om je druk te maken.

Zo ‘schijnen’ wij in een financiele crisis te zitten (ik zag zojuist weer een rij van 200 mensen staan voor een bakker die slechts 3 broden had en het aantal dode zwervers door de kou loopt op naar 100 per week), gaat het helemaal niet goed met het milieu (Zeeland stond alweer onder water vorige week en de zon schijnt al een jaar niet meer in Gelderland), definitief in je auto gaan wonen is razend populair omdat mensen dan geen hypotheek hoeven te betalen en dat bobbeltje op je arm is écht wel kanker hoor. Ik hoorde laatst dat er nu al tientallen ambtenaren per maand vermoord worden door woedende burgers en dat de overheid dat nog steeds in de doofpot stopt om die definitieve vertrouwensbreuk met het volk te voorkomen.

Lees verder

Verantwoordelijkheid nemen voor alles

Ik lees een boek met teksten van Gandhi. Dat is bijzonder inspirerend. Ghandi hield niet van halve pogingen of een beetje proberen onder kantoortijden. Tijdens het lezen dacht ik aan een bijzonder gesprek dat ik onlangs had. Daarin nodigde ik iemand uit om verantwoordelijkheid te nemen voor alles dat binnen zijn vermogen lag. Ik stelde hem voor dat hij verantwoordelijkheid zou nemen voor alles wat hij denkt, doet en voelt. “Tjeemig!” zei hij “Dan wordt het leven zwaar!?”

Zwaar? Hoe kwam hij daar nu bij? Maar hij meende het écht.

Lees verder

De ingrediënten van een goede liefdesrelatie

Goede liefde vinden betekent goed zoeken met al je zintuigen, je intuïtie en je verstand. En als je hem of haar gevonden hebt dan begint het poetsen, polijsten en verzorgen en … nog eens poetsen, polijsten en verzorgen.

De liefde is een mooi ding en een groots ding, héél groots. En zoals grote gebouwen een meerjaren onderhoudsplan nodig hebben, heeft de liefde dat ook.

Dit is wat een goede relatie goed maakt en houdt:

Lees verder

Hij weet waar spons woont

Spons loopt naar de brievenbus. De postbode weet hem altijd goed te vinden, ook al woont hij helemaal niet op een zichtlocatie. Twintig brieven vandaag. Spons gaat er eens lekker voor zitten en opent de eerste brief.
Beste spons,

Ik schrijf je deze brief. Ik heb vaak geprobeerd om deze brief te sturen aan diegene voor wie hij eigenlijk bedoeld is. Maar ik kreeg al mijn brieven ongeopend retour. Ik heb vele adressen geprobeerd, verschillende postzegels en een leger aan postbodes. Ik ben zelfs op schrijfles geweest omdat ik dacht dat het wellicht aan mijn handschrift lag. Maar het mocht allemaal niet baten. Inmiddels is mijn frustratie daarover zo hoog opgelopen dat ik heb besloten de brief aan jou te schrijven. Bij jou komen alle brieven altijd binnen, is me ter ore gekomen. Bijzonder hoor.

Nou goed, de brief is dus niet voor jou bestemd, maar je moet je frustratie van je afschrijven want anders ontploft een mens. Toch? Nou, daar komt ie dan, he. En niet schrikken, want in het echt val ik best mee.

Ik vind jou een stom mens. Zo dat moest ik even kwijt. Lucht enorm op ook! Dank je wel.

Domino.
Spons zou spons niet zijn als hij geen aardig briefje terug zou schrijven. En zo geschiedde:

Beste domino,

Dank je wel voor je brief. Het klopt, ik ben een ontzettend stom mens. Soms vergeet ik het wel eens, maar het is zo vaak tegen me gezegd dat er toch een kern van waarheid in moet zitten. Fijn dat er altijd mensen zijn die je eraan herinneren.

Wat ik me nog afvraag:

Lucht het echt (maar dan ook echt) op, om een boodschap aan het verkeerde adres af te leveren?

Groeten van Spons.
Die dag beantwoordt Spons nog 19 andere brieven. Hij pakt 20 maagdelijk witte enveloppen uit zijn secretaire en likt de gom van de postzegels nat. Dan gaat hij zijn dagelijkse gangetje naar het postkantoor.
Nog geen twee dagen later krijgt hij weer een brief van Domino en 24 lotgenoten. Hij opent de brief van Domino als eerste en leest.
Beste Spons,

Wat een heerlijk gevoel dat ik mijn brief nu eens niet ongeopend retour heb gekregen. Dit bevalt me echt prima. In andere woorden: dit lucht me dus echt (maar dan ook echt) op. Wel moet ik zeggen dat ik inmiddels weer aardig wat dominostenen over me heen heb gekregen, dus ik moet weer even wat kwijt. Zit je er klaar voor? OK, dan.

Eigenlijk, Spons, vind ik jou een loser. Een loser van het ergste soort. Ik walg van je!

Zo, nu kan ik weer rustig ademhalen. Tot de volgende brief dan, he. Niet heel veel langer. Dus .. tot snel,

Domino.
Spons bedenkt dat Domino best een punt heeft. Is het eigenlijk niet een beetje zielig als je andermans woede met liefde incasseert? Dan ben je best wel een beetje een loser, vindt Spons. Spons wacht geen seconde langer en schrijft meteen een brief terug.
Beste Domino,

Een loser? Ja, dat ben ik. Je hebt gelijk (maar dan ook echt gelijk). Het is best wel dom om te reageren op brieven die niet eens voor mij bedoeld zijn. Hoe meer ik erover nadenk, hoe dommer en dommer ik het vind. Wat een loser, zeg!

Het zal niet meevallen, maar ik beantwoord geen brieven meer die niet voor mij bestemd zijn.

Bedankt dat je me de moed hebt gegeven om te stoppen!

Groeten van Spons.

Een bijdrage van Marina NoordegraafFoto: Flickr

Dan is er iets mis met je

Ben je ziek als je hulp vraagt aan een coach, psycholoog of therapeut? Nee. Maar toch ervaren veel mensen dat zo. En daarom vragen ze soms niet om hulp. Dat is niet zo gek, maar wel jammer. Van goede begeleiding word je namelijk gelukkiger.

Tien jaar geleden zei ik: “Als ik een praktijk open dan is dat er niet één met een drempel bij de voordeur, maar met een glijbaan (omdat glijbanen in speeltuinen voorkomen). Coaching en therapie hoort namelijk ook leuk te zijn. Niet leuk als in: laten-we-al-je-moeilijkheden-maar-onder-het-kleed-schuiven’. Maar leuk als in: ontdekken-dat-je-eigen-gras-groener-is-dan-je-dacht en leuk als in samen-speuren-naar-een-oplossing.

Hoe komt dat zo, dat mensen die drempel zien. Is hij er? En hoe komt dat?

Lees verder

Wraak

We dromen er stiekem allemaal wel eens van. Wraak nemen. Om iets recht te zetten (ook al weten we dat het nog krommer zal worden). Om eens en voor altijd af te rekenen (ook al zul je eeuwig in de schuld blijven staan). Om dit niet te laten gebeuren (ook al heeft het al plaats gevonden). Om het niet te accepteren… en dus iets te doen dat de ander ook niet zal accepteren.

Lees verder

Leren door proberen

Mijn dochter zat stralend aan tafel te vertellen over haar geslaagde poging om bij zwemles door ‘het gat’ te zwemmen. Dat is een lastige oefening, waarbij je onder water door een opening in een zeil zwemt. De schrik van menig zwemleerling, en ook bij onze dochter was ‘Het Gat’ niet populair. Maar op die ene maandagmiddag lukte het ineens. Wij blij, zij blij. Vol opluchting en zelfvertrouwen verkondigde ze trots: ‘Ik deed het gewoon! Ik dacht… van proberen kun je leren! Dat zegt onze juf.’

Lees verder

Man en emoties

Er ligt een nieuw boek in de winkels: Handboek voor de moderne man. Geschreven door drie Nederlandse mannen. Ik werd helemaal blij bij het horen van die titel. Er verschijnen weinig boeken over man-zijn. Ik las het voorwoord… en legde het boek teleurgesteld weer weg.

Enkele delen uit het voorwoord: ” …nooit, nooit zullen we ons hardop afvragen waarom we zijn zoals we zijn. (…) mannenvriendschappen en vader-zoon relaties gaan zelden zover dat we ook onze persoonlijke ervaringen en gevoelens willen delen. (…) vrouwen weten per definitie veel van elkaar en van zichzelf. (…) in de huidige samenleving hebben we verantwoordelijkheden moeten afstaan aan de technologie en aan vrouwen (…) mannen zijn raadsels. Om zich verderop tot de lezer te richten met de woorden: “beste mede-herenslachtoffers”.

Het voorwoord is ronduit denigrerend en somber op het fatalistische af. Je wordt als man weggezet als de overbodige soort, die niet weet wat hij met zichzelf en zijn gevoelens moet.

De nrc.next schreef een artikel naar aanleiding van het handboek, met als titel: “De moderne man is in de war” Dat artikel was al een stuk vrolijker. Maar ook de nrc.next stelde: de moderne man weet niet hoe hij zijn emoties moet uiten. Is dat wel zo? En is het zo zwart-wit?

De moderne man

het is niet waar dat mannen geen emoties uiten

Het idee dat mannen geen emoties kunnen uiten, zit in onze cultuur vast als oude kauwgom op een stoeptegel. Het is niet waar dat mannen geen emoties uiten. Niet voor individuele mannen, en ook niet voor de man als soort. Mannen uiten terdege wel emoties. Wanneer je zegt dat mannen geen emoties kunnen uiten, en daarmee suggereert dat vrouwen het wel kunnen, dan veeg je alle emoties op een hoop. Je miskent wat de man goed kan en vrouwen minder goed kunnen. De manier waarop mannen emoties uiten is anders en ze hebben een andere voorkeur binnen de vier.

Er zijn vier primaire emotiesbang, boos, blij, bedroefd.

  • Mannen uiten over het algemeen makkelijker boosheid dan vrouwen.
  • Mannen kunnen net als vrouwen blij zijn. Kijk eens naar een groep supporters nadat hun club heeft gewonnen.
  • Ik ken voldoende mannen die kunnen huilen, ik ken voldoende vrouwen die niet kunnen huilen.
  • Ik ken weinig tot geen mannen die kunnen zeggen dat ze bang zijn, ik ken ook weinig vrouwen die dat kunnen.

Emoties niet uiten

Er zijn voor mannen en vrouwen goede redenen om emoties niet te uiten. Ik denk dat het niet voor niets is dat we dat ook kunnen. Dat we die vaardigheid hebben. Omdat het de zaken soms namelijk veel simpeler houdt. Als je emoties niet uit:

  • kan niemand je gevoel ontkennen of wegwuiven en dus blijft het ‘intact’. Denk maar aan ouders die tegen je zeiden als kind: “het valt wel mee” als je pijn had, terwijl het helemaal niet meeviel.
  • als je emoties niet uit geef je mensen geen argumenten waarmee ze met je in discussie kunnen gaan. Bijvoorbeeld: “Waarom ben je er dan überhaupt aan begonnen als je het niet leuk vindt?”
  • als je emoties niet uit: ben je wellicht net als je vader of moeder die dat ook niet deed. Dat geeft een gevoel van erbij horen.

Emoties wel uiten

Er zijn mij twee belangrijke redenen bekend waarom het goed is om emoties wel te uiten:

  1. Het wegstoppen van emoties is op korte termijn vermoeiend, en op lange termijn schadelijk voor je psychische en fysieke gemoedsgesteldheid. Veel mensen kunnen niet werkelijk ontspannen, of diep door ademen, omdat hun lijf gewend is om er van alles ‘onder’ te houden. “Mannen huilen niet” is denk ik het meest bekende voorbeeld van het wegstoppen van emoties. En “Meisjes worden niet boos” is er één die in Nederland ook veel voorkomt.
  2. Wanneer je je emoties kent kun je ze meenemen in beslissingen. Je kunt iets ‘doorvoelen’. Hierdoor hebben beslissingen een grotere wijsheid in zich, dan wanneer je ze alleen op basis van ervaring, advies of kennis zou nemen.

Emoties voelen en dragen

Om iets te kunnen uiten, moet je:

  1. Kunnen voelen wat je voelt. Je moet er vertrouwd mee zijn en je daarin vrij voelen.
  2. Kunnen duiden wat je voelt zodat je die ander iets kan laten zien of er woorden aan geven.

Dat vraagt de nodige oefening, zeker als je uit een gezin komt waar emoties als ‘overbodige ballast’ worden gezien. Maar je moet er zeker niet in doorslaan. Een man die denkt dat het louter uiten van al zijn emoties het belangrijkst is, die verzuipt. Die weet niet meer wat wijs is. Die belandt in eindeloze discussies (met vrouwen), wordt door mannen die een duidelijk doel hebben aan de kant gezet omdat ie ‘vertraagt’ met zijn tranen, of kan wanneer hij kwaad is alleen maar klappen uitdelen.

Niet het uiten van de emoties is het belangrijkst, het voelen en dragen van je emoties is dat. Gepast verantwoordelijkheid nemen, door soms wel te uiten en soms niet. Niemand anders ter wereld voelt wat jij voelt. Je gevoelens zijn van jou. Wees er zuinig op.

Een artikel van Jasper Jobse, Foto: Bernardo Borghetti Flickr

Je bezit, bezit jou

Maak je geen zorgen als je de titel niet helemaal hebt begrepen. Het is Brad Pitt in de film ‘The Fight Club’ die mij jaren geleden al op het idee voor dit artikel bracht. In deze film zegt hij in de rol van Tyler Durden: “The things you own end up owning you”.

Lees verder

Macht en onmacht

Volgens mij hebben alle conflicten met macht en onmacht te maken. Of met superioriteit en een gevoel van onderdrukking, zoals ik ook wel heb horen zeggen. Maar ik vind onmacht een mooi woord, omdat ik er kracht en inzet in hoor. Ik zie bij wijze van spreken iemand aan een klif hangen en wanhopige pogingen doen om grip te krijgen op de situatie.

Er hangt veel negativiteit om het woord macht. Terwijl het op zich gewoon met invloed uitoefenen te maken heeft. En dat wil iedereen. Als je geen invloed meer probeert uit te oefenen, ben je overgeleverd aan anderen en dat kan niet de bedoeling zijn. Dus ieders poging om invloed uit te oefenen dient onze menselijke ontwikkeling.

Als ik naar mezelf kijk en naar de keren dat ik ruzie heb, is dat eigenlijk altijd omdat ik me schrap zet. En ik zet me schrap, omdat ik bang ben dat ik anders niks meer te zeggen heb over de bepaalde situatie. En dat gaat bijna altijd over de toekomst. Dus ik maak ruzie met  mijn man omdat ik vind dat hij teveel met zijn werk bezig is en te weinig met thuis. Dan bevliegt de angst me opeens dat het mijn probleem wordt om de boel thuis draaiend houden en dat ik dan niet meer toekom aan mijn ambities.

Ik ga ruzie maken op het moment dat de angst me bevliegt. Meestal wacht ik niet totdat het probleem ook echt aan de orde is. Eigenlijk wil ik de ander dan bij voorbaat overtuigen dat hij zich moet aanpassen aan mijn plan. Het is echter veel zinvoller om mijn energie te gebruiken om mijn plannen te verwezenlijken en me daar volledig op te richten. Op het moment dat het duidelijk wordt dat ik iets van de ander nodig heb, kan ik een concrete vraag stellen voor een zichtbaar probleem en dat is veel gemakkelijker om aan mee te werken.

Invloed uitoefenen is verantwoordelijkheid nemen. Mijn ervaring is dat je dat het beste op je eigen terrein kunt doen. Dus bij een (dreigend) conflict is het van belang dat je stilstaat bij de taken en beslissingen die horen bij jouw rol in die situatie.  Daar kun je je hard voor maken. En de rest mogen we loslaten.

© Annemarie van Harn Foto: Neil Howard Flickr

Beloftes en verwachtingen

Ik geloof dat ik er zelf soms een tikje ver in ga. Maar betrouwbaar zijn beschouw ik als een belangrijke eigenschap in het mens zijn. Zowel in vriendschap, de liefde als zakelijk. Kortom wanneer er sprake is van een relatie.

Betrouwbaar zijn gaat over beloftes en het inlossen van beloftes. Nu kun je beloftes maken, maar beloftes ontstaan ook. Soms zelfs zonder dat je daar erg in hebt. De belangrijke vraag is dan niet of je ze maakt, maar hoe je ze maakt.

Het ontstaan van kleine beloftes

Vaak ontstaan beloftes omdat je zelf concrete tijdstippen, aantallen of hoeveelheden noemt. Kortom alles wat meetbaar is. Maar wij mensen praten gelukkig niet de hele dag met elkaar alsof we wetenschappers in een experiment zijn. Kinderen kunnen dat soms heel mooi even wel doen en dan oprecht aan iemand vragen: “Hoeveel houd je van me?”.

Meestal hoef je geen aantallen te noemen. Sommige dingen weet je gelukkig gewoon. Als je zegt: “Ik bel je vanavond”. Dan is dat meestal ergens tussen 18:00 uur en 22:00 uur. En dan mag je in de zomer best om 22:30 uur bellen en in de winter ligt dat weer iets anders omdat het eerder donker is.

Misschien heb je na het lezen van de vorige alinea een ander idee over de tijdstippen, want ik heb een heleboel aannames gedaan. En precies daar zit de crux van het ontstaan van beloftes. Een belofte ontstaat in wat de ander voor waar aanneemt. Dat kan echter iets ander zijn dan wat jij hebt willen overbrengen.

Je kent de volgende situatie vast: Je zegt iets en de ander knikt ja. Je denkt dat je elkaar begrepen hebt en neemt afscheid. Maar wat verwacht die ander nu? Waar laat je de ander nu mee naar huis gaan? Is dat iets dat jij waar kunt maken en wilt maken?

Verifiëren en ondubbelzinnig praten

Er zijn twee simpele manieren waarop je kunt zorgen dat er in jouw hoofd hetzelfde zit, als in het hoofd waar je het gesprek mee voerde.

  1. Vraag voordat je een gesprek of een gedeelte van een gesprek afrond (dit soort momenten herken je vaak aan het feit dat de stilte die valt net even langer duurt dan de ‘normale’ stiltes in het gesprek) wat de ander begrepen heeft.
  2. Spreek niet dubbelzinnig en neem geen dingen aan die dubbelzinnig zijn.
    Stel, iemand geeft op een vraag het volgende antwoord: “Ja, dat lijkt mij ook het beste, omdat de gewenste uitkomst afhangt van het feit dat hij ook het verband heeft aangetoond tussen de relatie onderling.”
    Het is nu verleidelijk om af te gaan op de ja aan het begin van de zin, en aan te nemen dat hij bevestigd heeft. Ja, is tenslotte een bevestiging. Maar heeft deze persoon ook willen bevestigen? Hij was niet ondubbelzinnig en dus is het handig te checken wat hij nu precies bedoeld heeft.

Het dubbelzinnige is er soms ook met het gebruik van ja en nee als antwoord op schijnbaar simpele vragen. Vooral vragen waarin ontkennende vormen zitten, kunnen lekker verwarrend zijn. Als iemand je vraagt: “Wil je dat ook niet?” En jij antwoord: ” Ja!” Heb je dan ingestemd met het niet-willen? Of wil je wel? En als je nee gaf als antwoord, ontken je dan het niet-willen en wil je het dus wel? Of bevestig je juist in je ontkenning het niet te willen? Meestal kun je het gelukkig wel uit de intonatie opmaken, maar ja dat is dan wel weer een aanname…

Een artikel van Jasper Jobse, foto: Dyanna Hyde Flickr

Keuzes maken

Waar is meer moed voor nodig: je hoofd in de bek van een leeuw steken voor vijfhonderd honderd man publiek die speciaal voor jouw act komen? Of voor die vijfhonderd man je hoofd toch niet in de bek van die leeuw steken, omdat je die avond een slecht voorgevoel hebt?

Op lifehacking.nl wordt regelmatig geschreven over keuzes maken. Zoals Karin Bosveld in dit leuke artikel van 15 mei 2008.

Wat is dat toch met keuzes maken dat het zo boeiend maakt? Denk aan Morpheus’ rode en blauwe pil in de film The Matrix. En moet Roodkapje de wolf nu wel of niet vertrouwen? En liep het bij de verkeerde keuze, nu juist slecht of goed af met haar?

Lees verder